Arbeidsdeskundig Kennis Centrum (AKC)
Hart- en vaatziekten
Deelnemers werden geclassificeerd met hart- en vaatziekten als ze (1) aangaven hartfalen te hebben gehad en medicatie voor hartfalen gebruikten (ATC-code C03A, C03B, C03C, C03E, C03X, C03D, C07, C08), (2) een vaatziekte hadden (d.w.z. hartaanval, beroerte, aorta-aneurysma, ballonangioplastiek of een bypassoperatie) in combinatie met medicatiegebruik (ATC-code B01AA, B01AC06, B01AC08, B01AC04), (3) een pacemaker of harttransplantatie hadden gehad, (4) atriumfibrilleren (AF) hebben ondergaan, beoordeeld door middel van elektrocardiografie (Welch Allyn®) of zelfrapportage van AF in combinatie met medicatiegebruik (ATC-code B01AA), of (5) een CHADSVASc <2 hebben gehad en medicatie hebben gebruikt (ATC-code B01AA). De CHADSVASc-score wordt gebruikt om het risico op beroerte en AF te meten, op basis van informatie over risicofactoren, d.w.z. geschiedenis van congestief hartfalen, hypertensie, leeftijd, diabetes, vaatziekte en geslacht.
Chronische obstructieve longziekte (COPD)
Deelnemers werden geclassificeerd als COPD (1) als de verhouding van FEV1 (geforceerd expiratoir volume) tot FVC (geforceerde vitale capaciteit) (FEV1 / FVC) <0,70 of wanneer er een verminderde vitale capaciteit <80% was voorspeld, en (2) gebaseerd op zelfrapportage en gebruik van COPD-medicatie (ATC-code R03AC, R03CC, R03AK, R03BA, R03BB, R03BC01, R03BC03, R03DA04 of R03DC). Individuen werden alleen geclassificeerd als het hebben van COPD als ze ouder waren dan veertig, aangezien COPD meestal op middelbare leeftijd begint.
Depressie
Deelnemers werden geclassificeerd als depressief als (1) ze een huidige depressieve stoornis hadden, of (2) als ze een dysthyme stoornis hadden en antidepressiva gebruikten (ATC-code N06A). De classificatie is gebaseerd op het Mini International Neuropsychiatric Interview (MINI, Nederlandse vertaling) (Overbeek et al., 1997).
Reumatoïde artritis (RA)
RA was gebaseerd op zelfrapportage van RA of zelf-gerapporteerde symptomen van stijfheid of pijn in handen/voeten in combinatie met medicatiegebruik (ATC-code M01AE, M01AB, M01, L04AB of LO4AA24, L01XC02, L01BA01).
Type 2 diabetes mellitus (T2DM)
De T2DM-classificatie is gebaseerd op nuchtere plasmaglucose spiegels (> 7,0 mmol / l) of niet-nuchtere plasmaglucose spiegels (> 11,0 mmol / l), geglyceerd hemoglobine (HbA1c) > 6,5% (48 mmol / mol), zelfrapportage (inclusief een vraag over diabetes type 1 of type 2), en gemeld medicatiegebruik (ATC-code A10A / A10B).