Het advies van de bedrijfsarts om spoor 2 na eerste ziektewetjaar nog niet te starten, lijkt in te gaan tegen het toetsingskader van het UWV bij de RIV-toetsing:
‘Re-integratieactiviteiten in spoor 2 kunnen na de eerstejaarsevaluatie alleen achterwege blijven als er binnen 3 maanden een concreet perspectief is op structurele werkhervatting binnen de eigen organisatie in eigen, aangepast of ander passend werk dat zo dicht mogelijk aansluit bij de functionele mogelijkheden.’
Citaat afkomstig van blad 12 van de Werkwijzer Poortwachter UWV, versie december 2018.
De kenvraag voor de casusgroep is:
Kan de gekozen aanpak in deze casus onderbouwd worden als legitieme afwijking van de bovenstaande algemene beleidsregel in de Werkwijzer? Hoe moet een deugdelijke onderbouwing daarvoor er dan uitzien?