Korte situatieschets
De werknemer werkt als meewerkend bedrijfsleidster/kapster voor 32,25 uur per week in een vast dienstverband. Ze is een jaar geleden uitgevallen wegens beperkingen in het persoonlijk functioneren. Na een jaar is ze gestart met re-integreren voor 3 dagen van 3 uur in een deel van haar functie: haar taak als kapster. De bedrijfsarts verwacht volledig herstel voor haar eigen werk als meewerkend bedrijfsleidster/kapster, binnen 4 à 5 maanden na de start van de re-integratie. De bedrijfsarts adviseert spoor 2 nog niet te starten, omdat er nog een behandeling loopt. De focus moet dus liggen op spoor 1. De werknemer geeft aan dat ze – naast de lopende behandeling – al haar energie nodig heeft om te re-integreren bij haar oude werkgever. De arbeidsdeskundige twijfelt of hij kan afzien van de inzet van een spoor 2-traject naast spoor 1.
Onderzoeksvraag in de oorspronkelijke casus
Wat zijn de re-integratiemogelijkheden in spoor 1 en spoor 2?
Conclusie van arbeidsdeskundige in de oorspronkelijke casus
De werknemer is op dit moment nog ongeschikt voor het volledig verrichten van alle taken in haar eigen functie. Zij re-integreert in haar eigen functie in de deeltaak als kapster. Er is een tijd- en taakcontingent schema gemaakt, waarin de werknemer naar verwachting na 4 tot 5 maanden weer geheel hersteld is voor haar eigen werk.
De inzet van spoor 2 wordt op dit moment niet geadviseerd.
Er vinden periodieke consulten plaats door de bedrijfsarts om de voortgang van de hervatting te monitoren.
Kennis- en leervragen
Welke ruimte geeft de Werkwijzer van het UWV de werkgever om na het eerste ziektejaar de focus te houden op het eerste spoor?
Is er onderzoek gedaan naar de invloed van het gelijktijdig inzetten van twee re-integratietrajecten (spoor 1 en 2) op het re-integratieresultaat?
Is er onderzoek gedaan naar persoonlijke of externe factoren die bevorderend of belemmerend zijn voor het tegelijkertijd blootstellen van een werknemer aan twee re-integratietrajecten (spoor 1 en 2)?