Korte situatieschets
Een autotechnicus valt als gevolg van medische beperkingen uit voor zijn eigen, fysiek belastende werk. Na 1 jaar ziekte stelt de arbeidsdeskundige vast dat bij de eigen werkgever geen passend werk aanwezig is. De werkgever zet vervolgens een spoor 2-traject in, terwijl de werknemer blijft doorwerken in hand- en spandiensten. UWV legt uiteindelijk een loondoorbetalingssanctie op, omdat spoor 2 geen adequate invulling heeft gekregen en er geen passende werkhervattingsmogelijkheden meer zijn in spoor 1.
Onderzoeksvraag in de oorspronkelijke casus
Zijn de re-integratie-inspanningen van de werkgever voldoende volgens de Wet verbetering Poortwachter (WvP)?
Conclusie van arbeidsdeskundige van UWV in casus
De inspanningen van de werkgever zijn onvoldoende, omdat deze de werknemer heeft laten doorwerken in niet passend werk in het eigen bedrijf, zonder perspectief op betaald werk.
De werkgever heeft de re-integratie in spoor 2 niet adequaat gemonitord; de sollicitatieactiviteiten van de werknemer zijn nihil.
Kennis- en leervragen
Welke methodieken kunnen worden ingezet om te zorgen voor de juiste mindset bij een werknemer, zodat deze zich volledig kan richten op het vinden van passend betaald werk bij een andere werkgever? Graag aangeven of er evidence voor de effectiviteit van de methodiek is.
Aan welke criteria moet de arbeidsdeskundige zich houden om – in overeenstemming met de eisen van de Wet verbetering Poortwachter (WvP) – de keuze te onderbouwen om spoor 1 te verlaten en zich volledig te richten op spoor 2? Is daarvoor (wetenschappelijke) onderbouwing?