Mogelijke eerste gedachten voor oplossingsrichtingen | Arbeidsdeskundigen

Preventie- en re-integratieaanpak bij ADHD: wat werkt?
Mogelijke eerste gedachten voor oplossingsrichtingen

De arbeidsdeskundige van UWV is voor zijn beoordeling gebaat bij de ontwikkeling van een meetlat/richtlijn voor partijen die bij de re-integratie van werknemers met ADHD zijn betrokken.

De werkgever had scherper moeten zijn om de problematiek van de werknemer goed in beeld te krijgen. Hij had geen genoegen moeten nemen met de vage verwijzing in het advies van de arbeidsdeskundige die in het kader van het eerste spoor is ingezet. Ook de bedrijfsarts had hier nader over bevraagd kunnen worden.

Er was sprake van een slechte matching van de multi-problematiek van de werknemer met de begeleiding in het kader van de re-integratie. Alle partijen hadden bij elkaar moeten worden gebracht om alles wat van belang is voor een re-integratietraject, leidend tot een succesvolle arbeidsparticipatie, vorm te geven. Zeker ook omdat het belangrijk is dat bij een dergelijke problematiek een goede balans bestaat tussen de werk- en thuissituatie.

Uit de commentaren blijkt dat de aandoening ADHD vaak aanwezig is in combinatie met een andere stoornis. Problemen met de prikkelverwerking, met uitvoerende taken als plannen en organiseren en een tekort aan probleemoplossend vermogen komen daarbij veel voor. Vertrouwen, steun uit de sociale omgeving, inzicht in wat wel/niet kan en past, zijn voorwaarden voor succes. Daarnaast zijn zelfkennis, bekendheid op de werkvloer, een klankbord (in gesprek blijven) en begeleiding van een coach essentieel.

Individual Placement and Support (IPS) is een effectieve methode, niet alleen specifiek voor ADHD. Deze methode plaats de werknemer eerst in een werkomgeving en begint dan pas met trainen/jobcoachen, waarbij hij niet meer ondersteuning krijgt dan noodzakelijk.

Accepteer de voorwaarden

Gebruik van dit werk is toegestaan conform licentie creative commons CC-BY-4.0. Deze gebruikslicentie vervalt zes maanden na het verschijnen van een nieuwe editie van het werk. Het auteursrecht op dit werk berust bij de Staat der Nederlanden, ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.


Download document Download document