Casus rapportage | Arbeidsdeskundigen

Persoonlijke en externe (ICF-)factoren bij re-integratie: agressieproblemen en een beperkt empathisch vermogen
Casus rapportage

Onderzoekskader / aanleiding onderzoek

Het gaat in deze casus om een aanvraag voor inkomens- en arbeidsondersteuning in het kader van de Wet Wajong. De aanvrager is een 21-jarige man met agressieproblemen, een beperkt empathisch vermogen, een detentieverleden, een strafblad en schulden. Als de klant meewerkt aan participatie komt hij in aanmerking voor inkomensondersteuning in het kader van de Wet Wajong. UWV Werkbedrijf stelt hiervoor een Participatieplan op.

Onderzoeksvraag

Na een beoordeling in het kader van de Wet Wajong, waaruit blijkt dat de klant participatiemogelijkheden heeft, wordt hij overgedragen aan de arbeidsdeskundige van UWV Werkbedrijf. Deze arbeidsdeskundige krijgt het verzoek om te bepalen welke re-integratiedienstverlening nodig is om de klant te plaatsen in duurzame, passende arbeid.

Onderzoek

Zie hierna

Uitgevoerde Onderzoeksactiviteiten AD

  • Gesprek met de klant.

  • Dossierstudie: rapportages claimbeoordeling SMZ (sociaal medische zaken).

Visie klant

De klant geeft aan zich deels te herkennen in de door SMZ omschreven belastbaarheid. Hij erkent dat zijn inlevingsvermogen wat beperkt is, dat hij conflicten niet uit de weg gaat en snel boos kan worden. Hij herkent zich niet in het oordeel dat re-integratie in het arbeidsproces kansloos is en dat hij daarom is aangewezen op beschut werk.

De klant geeft aan dat hij prima hard kan werken als hij gewoon zijn ding kan doen en niet te veel met anderen te maken heeft. Hij heeft vooral problemen in groepen in een woon- of schoolsituatie en minder in een werksituatie, zo denkt hij zelf.

De klant wil graag werken en heeft hier ook al actie op ondernomen. Hij heeft schulden en wil hier zo snel mogelijk vanaf. Zijn grootste drijfveer is dat hij een eigen leven wil opbouwen met zijn vriendin. Als hij geen vriendin zou hebben, zou hij een stuk minder gedreven zijn. Om samen te wonen en de woonlasten met zijn vriendin te delen, moeten zijn schulden zijn afbetaald.

De klant heeft daarom contact opgenomen met een uitzendbureau en heeft via hen een sollicitatie geregeld bij een bedrijf waar ze productiewerk aanbieden. Hij heeft goede hoop dat hij de baan krijgt. Hij heeft op de website van het bedrijf gekeken en gaat zich goed voorbereiden op het sollicitatiegesprek.

De klant wil positief in het leven staan en iets van zijn leven maken. Hij merkt wel dat hij de ene keer meer kan hebben dan de andere keer. Als hij erg op zijn huid gezeten wordt, kan hij wel boos worden. Conflicten gaat hij niet uit de weg, want daar wordt je alleen maar zwak van.

Voor de klant gaat werk voor op hulpverlening. Als hij de baan krijgt, gaat hij onregelmatig werken. Afspraken met de reclassering en ambulant begeleid wonen (waarvoor hij op de wachtlijst staat) moeten dan wat hem betreft in zijn vrije tijd plaatsvinden. De verplichte agressieregulatietraining (opgelegd door de reclassering) doet hij ook het liefst in zijn vrije tijd of als hij vakantie heeft, zodat de werkgever er geen last van heeft. Hij vraagt zich ook af of hij er wat van gaat opsteken; hij weet al hoe hij zich moet gedragen.

De klant is niet van plan zijn werkgever op de hoogte te stellen van zijn strafblad of zijn Wajong-uitkering. Hij wil zonder vooroordelen aan de slag.

De klant zou (in de toekomst) best een diploma willen halen. Hij was bezig met een technische opleiding, maar heeft dit niet afgemaakt omdat hij een gevangenisstraf moest uitzitten. De klant wil nog niet te veel naar de toekomst kijken. Zolang hij geen rust in zijn hoofd heeft, kan hij zich toch niet focussen op een opleiding. Hij zou misschien iets met installatietechniek willen doen, daar weet hij best wat vanaf en hij is handig. Maar pas als hij op zichzelf woont en zijn schulden zijn afgelost, wil hij hierover nadenken. Omdat er al zo veel is misgegaan in zijn leven, denkt hij dat een goede baan niet voor hem is weggelegd. Hij wil dus niet te veel dromen over de toekomst, daar wordt hij onrustig en boos van. Ook denkt hij dat hij zijn huis niet meer kan betalen als hij weer naar school gaat; de onduidelijkheid hierover werkt voor hem belemmerend.

De klant geeft aan dat hij over de volgende kwaliteiten beschikt:

  • handig;

  • flexibel;

  • kan hard werken;

  • is gedreven om kwalitatief goed werk te leveren, is perfectionistisch;

  • komt op tijd;

  • is positief ingesteld.

Visie leidinggevende/werkgever van klant

Niet van toepassing; die is er nog niet.

Omschrijving van de beperkingen en mogelijkheden

De klant heeft geen beroepskwalificatie, mist basale werknemersvaardigheden en heeft een beperkt empathisch vermogen. Vanwege een verplichte agressieregulatietraining en de benodigde stabilisatie van huisvesting is deelname aan het reguliere arbeidsproces zeer kwetsbaar. De klant zal vooralsnog aangewezen blijven op – hooguit – beschut werk. Zijn onvermogen om zich in een groep te bewegen, kan een forse hindernis opleveren.

De klant is aangewezen op routineafhankelijke werkzaamheden die hij onder rechtstreeks toezicht of intensieve begeleiding moet uitvoeren. Hij moet voortdurend op een ervaren en empatische collega kunnen terugvallen.

De werksituatie moet voorspelbaar zijn. Vanwege zijn impulsiviteit is werk met een hoog afbreukrisico niet geschikt.

De klant heeft weinig inlevingsvermogen en kan snel boos worden. Hij kan geen conflicten hanteren en in de regel niet met anderen samenwerken. Hij moet daarom een zelfstandige taak hebben. Omdat hij niet met anderen kan werken, is een kleine werksetting in een beschutte omgeving vooralsnog het hoogst haalbare.

Werk met klantcontact of contact met hulpbehoevenden is niet geschikt.

In de toekomst kunnen de mogelijkheden door groei/ontwikkeling en ervaring toenemen en zal minder intensieve begeleiding nodig zijn.

Resultaten Werkplekonderzoek (optioneel)

Niet van toepassing; nog geen werkplek.

Resultaten overig onderzoek door AD

De klant heeft nauwelijks werkervaring (een maand in productiewerk en drie maanden als stagiair in de autotechniek).

Beschouwing en visie van AD

Op grond van het opgestelde Sociaal Medisch Oordeel is werken op de reguliere arbeidsmarkt vanwege het ontbreken van basale werknemersvaardigheden op dit moment geen optie. Dit wordt bevestigd door de arbeidsdeskundige en verzekeringsarts van Sociaal Medische Zaken. Verder stellen zij dat er “sprake is van een beperkt empathisch vermogen en beperkt zelfinzicht waardoor klant aangewezen zal blijven op beschut werk waarbij zijn onvermogen om in een groep te functioneren hindernissen oplevert”.

Afgaande op deze visie zou een vorm van arbeidstraining (onder de noemer ‘Sociale activering’ als UW-instrument) de eerste logische stap zijn. Probleem is echter dat arbeidstraining vrijwel altijd in groepsverband plaatsvindt. Dit is niet haalbaar voor de klant, omdat hij niet in een groep kan functioneren. Bovendien is zijn motivatie om geld te verdienen erg groot, omdat hij dan zijn schulden kan afbetalen. De arbeidsdeskundige verwacht dan ook dat hij niet te motiveren is voor een langdurig traject in het kader van sociale activering (maximaal één jaar) waarbij hij voorlopig geen geld verdient. De kans is groot dat de klant veel tegengas gaat geven, zodra hij het gevoel heeft de controle over zijn beslissingen te verliezen en hij bij een toekomstige werkgever wordt geïntroduceerd als Wajonger (bemoeienis van een jobcoach, meewerken aan een onbetaalde proefplaatsing). Deze weerstand wordt volgens de arbeidsdeskundige veroorzaakt door een gebrek aan inzicht in zijn problematiek.

Wat ook een grote rol speelt, is dat de klant niet wil nadenken over zijn eigen ontwikkeling. Hij heeft maar één doel en dat is zijn schulden afbetalen. Zodra dit doel bereikt is, ontstaat er mogelijk meer ruimte bij de klant om te bespreken hoe duurzaam betaald werk kan worden gerealiseerd. De klant kan nu alleen maar naar de korte termijn kijken.

De klant is nu positief en actief. En daar wil de arbeidsdeskundige gebruik van maken. De klant zal in de praktijk moeten ondervinden wat wel en wat niet werkt, waarna hij vermoedelijk meer open zal staan voor intensievere ondersteuning. De arbeidsdeskundige zet daarom interne dienstverlening in met een looptijd van drie maanden, waarbij de sollicitatieactiviteiten van de klant actief zullen worden gevolgd.

Conclusies AD

Omdat het de klant gelukt is om een sollicitatiegesprek te regelen bij een bedrijf waar hij productiewerk kan doen, kiest de arbeidsdeskundige voor tijdelijke interne UWV-dienstverlening op afstand (hij zoekt werk en UWV Werkbedrijf monitort). Productiewerk is in principe passend voor de klant. De arbeidsdeskundige gaat ervan uit dat het gaat om productiewerk in de vorm van routinematige werkzaamheden. Dit past bij krachten en bekwaamheden van de klant. Of dit ook geldt voor de arbeidsomstandigheden is vooraf nog niet te zeggen; dat zal de praktijk uit moeten wijzen. Na een eerste kennismaking is de klant uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek. In de gesprekken bij het uitzendbureau maakt hij dus kennelijk een positieve en representatieve indruk. Met een baan in zicht kan de arbeidsdeskundige de klant onmogelijk motiveren voor een intensief begeleidingstraject, waarbij hij geen salaris krijgt.

De klant heeft door zijn beperkingen weinig zelfinzicht en moet via ‘trial and error’ ondervinden wat wel en niet werkt in een arbeidsrelatie. Een intensief begeleidingstraject zou op grond van zijn belastbaarheid logisch lijken, maar de klant is er, door zijn beperkte zelfinzicht, nog niet klaar voor een dergelijk traject aan te gaan. Interne dienstverlening op afstand sluit daarom op dit moment het beste bij hem aan. Zolang hij zich houdt aan de gemaakte afspraken met UWV en zich inzet om werk te vinden, is er enige ruimte om te experimenteren.

Advies en vervolgstappen AD

De arbeidsdeskundige wil afwachten of de klant deze baan krijgt en zo ja, of hij zich staande kan houden in de sociale interactie met de werkgever en collega's. Dit zou volgens de arbeidsdeskundige goed uit kunnen pakken, maar dan moeten de arbeidsomstandigheden aansluiten bij de belastbaarheid van de klant. Hij is gemotiveerd om productiewerk te doen en ziet niet op tegen onregelmatig werken.

Er bestaat – gezien de beperkingen van de klant op het gebied van samenwerken, conflicthantering en zich staande houden in een groep – een reële kans dat er problemen ontstaan op de werkplek. De arbeidsdeskundige geeft de klant echter de kans om zelf een baan te vinden, omdat er op dit moment geen beter alternatief is. Als het onverhoopt toch mis gaat, is de klant wellicht wél te bewegen om hulp te accepteren.

Leidt het sollicitatiegesprek niet tot werk, dan krijgt de klant de kans om binnen drie maanden via het uitzendbureau ander werk te vinden. Lukt dit niet, dan maakt de arbeidsdeskundige een vervolgafspraak met de klant om de interventies te bespreken die ingezet kunnen worden om zijn afstand tot de arbeidsmarkt te verkleinen en een betaalde baan te vinden, eventueel in combinatie met een (maatwerk) opleiding.

Accepteer de voorwaarden

Gebruik van dit werk is toegestaan conform licentie creative commons CC-BY-4.0. Deze gebruikslicentie vervalt zes maanden na het verschijnen van een nieuwe editie van het werk. Het auteursrecht op dit werk berust bij de Staat der Nederlanden, ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.


Download document Download document