Persoonlijke en externe (ICF-)factoren bij re-integratie: agressieproblemen en een beperkt empathisch vermogen
Samenvatting

Korte situatieschets

Een 21-jarige man vraagt bij UWV inkomens- en arbeidsondersteuning aan in het kader van de Wet Wajong. Hij wil zo snel mogelijk gaan werken en geld verdienen om zijn schuld af te lossen, zodat hij met zijn vriendin kan gaan samenwonen. De arbeidsdeskundige van Sociaal Medische Zaken van UWV is van mening dat deelname aan het reguliere arbeidsproces niet zonder meer mogelijk is.

Onderzoeksvraag in de oorspronkelijke casus

Na een beoordeling in het kader van de Wet Wajong, waaruit blijkt dat de klant participatiemogelijkheden heeft, gaat de arbeidsdeskundige van UWV Werkbedrijf er mee aan de slag. De arbeidsdeskundige krijgt het verzoek te bepalen welke re-integratiebegeleiding nodig is om de klant in duurzame arbeid te plaatsen.

Conclusie van arbeidsdeskundige in casus

Interne dienstverlening op afstand (klant zoekt werk en UWV Werkbedrijf monitort) sluit op dit moment het beste aan bij de klant.

Kennis- en leervragen

  1. Hoe ver kun je als arbeidsdeskundige meegaan in de wens van de klant om zijn Wajongstatus niet te melden bij een werkgever? Oftewel: wat zijn de wettelijke (privacy)regels voor het al dan niet melden van de Wajongstatus bij een werkgever? Wat zijn volgens de Wet Wajong de rechten en de plichten van de klant als het gaat om het vermelden van de Wajongstatus bij de (verplichte) participatie/re-integratie?

  2. Welke persoonsgebonden en externe factoren verhogen de kans voor een klant met agressieproblemen en een gebrek aan empatisch vermogen om duurzaam aan het werk te gaan?

  3. Zijn er bij een klant met agressieproblemen en een gebrek aan empatisch vermogen specifieke werkomgevingseisen waarmee de arbeidsdeskundige rekening moet en moet hij deze bespreken met de werkgever om een succesvolle plaatsing te bereiken? Zo ja, welke?

Accepteer de voorwaarden

Gebruik van dit werk is toegestaan conform licentie creative commons CC-BY-4.0. Deze gebruikslicentie vervalt zes maanden na het verschijnen van een nieuwe editie van het werk. Het auteursrecht op dit werk berust bij de Staat der Nederlanden, ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.


Download document Download document