De rol van uitvoerder heeft betrekking op de (directe) invloed die de uitvoerder uitoefent op de gegeven scores. Uitvoerders van loonwaardeonderzoek kunnen drie rollen hebben.
Een begeleidende rol, waarbij de uitvoerder de vragen(lijsten) doorneemt en/of toelicht en beschikbaar is voor vragen van werknemer en/of werkgever, maar verder geen invloed uitoefent op de gegeven scores.
Een controlerende rol, waarbij de uitvoerder de vragen(lijsten) doorneemt en/of toelicht, in gesprek met werkgever en werknemer de antwoorden bespreekt en de keuze voor een score controleert op juistheid en consistentie en deze, indien nodig, bijstelt.
Een sturende rol, waarbij de uitvoerder de vragen(lijsten) doorneemt en/of toelicht, in gesprek met werkgever en werknemer de antwoorden bespreekt en vervolgens zelf de best passende score kiest. Het definitieve antwoord wordt niet bij werkgever en werknemer gecontroleerd.
De mate van invloed varieert van zeer klein (in het geval van een begeleidende rol) tot zeer groot (in het geval van een sturende rol). Dit neemt niet weg dat een zekere mate van bijsturing en controle door de uitvoerder – onafhankelijk van zijn of haar rol bij de totstandkoming van de scores – vrijwel bij elke methodiek noodzakelijk is om de validiteit van de meting te waarborgen. Het gaat er dan niet om te controleren of werkgever en werknemer de ‘juiste’ scores geven, maar om vast te stellen of alle partijen ‘het (nog) steeds over hetzelfde hebben’. Interpreteren werkgever en werknemer de norm, het scoresysteem en de gebruikte bestanddelen steeds op de juiste manier? Meet de loonwaardebepaling daarmee inderdaad wat deze wordt verondersteld te meten?