De hierboven vastgelegde afspraken over de specifieke inhoud van de begrippen Tempo, Kwaliteit en Inzetbaarheid, de wijze van normfunctiebepaling en de onderlinge weging van de begrippen kunnen nog aangevuld worden met afspraken over rekenformules om tot een totaalprestatie en loonwaarde te komen.
Panteia1 concludeerde op basis van de pilots dat door de verschillende methodieken verschillende rekenformules gehanteerd worden om van de vastgestelde waarden bij Tempo, Kwaliteit en Inzetbaarheid naar de arbeidsprestatie te komen.
Panteia zag vier verschillende berekeningswijzen:
De loonwaarde is het (gewogen) gemiddelde van tempo, kwaliteit en inzetbaarheid. Ofwel: loonwaarde = (weging x tempo) + (weging x kwaliteit) + (weging x inzetbaarheid).
De loonwaarde is het (gewogen) product van tempo, kwaliteit en inzetbaarheid. Ofwel: loonwaarde = (weging x tempo) x (weging x kwaliteit) x (weging x inzetbaarheid)
De loonwaarde is het verschil van tempo, kwaliteitsverlies en inzetbaarheidverlies. Ofwel: loonwaarde = tempo – kwaliteitsverlies – inzetbaarheidsverlies.
De loonwaarde is een combinatie van bovenstaande berekeningswijzen. Bijvoorbeeld: loonwaarde = (tempo - kwaliteitsverlies) x inzetbaarheid.
Het wordt uit de Panteia-studie niet duidelijk waarom er verschillende rekenregels gehanteerd worden. Hoe benaderen de drie betrokken loonwaardemethoden dit?
3.4.1 Dariuz
Dariuz rekenformule
Dariuz berekent de loonwaarde in drie stappen:
Stap 1 Vooronderzoek:Vragenlijsten naar leidinggevende en medewerker
Scores op tien competenties en vereisten van het werk
Conceptberekening T*K*I
T*K op basis van vier competenties en weging van eisen.
I op basis van verlies door extra begeleidingstijd (standaarddeviatie o.b.v. negen competenties).
Controlesysteem op consistentie => checklist voor bedrijfsbezoek
Stap 2 Bedrijfsbezoek
Interview leidinggevende
Interview medewerker
Observatie werkplek
Beantwoorden checklist
Stap 3 Terugkoppeling
Verwerken resultaten bedrijfsbezoek
Systeem herrekenen
Fiattering door loonwaarde-expert
De eindrapportage geeft inzicht in:
Hoogte loonwaarde in vergelijking met de reguliere arbeidsprestatie in de normfunctie
Kwaliteit van de match
Advies om loonwaarde en duurzaamheid te verhogen
3.4.2 UWV
UWV rekenformules | ||||||
Taak | Tijdbesteding Normfunctie | Tijdbesteding Werknemer | Tempo | Kwaliteit | Inzetbaarheid | Loonwaarde |
A | 30 % | 30 % | norm/prestatie x 100% = prestatie | norm/prestatie x 100% = prestatie | norm/prestatie x 100% = prestatie | 0,3 x T*K*I = prestatie |
B | 10 % | 0 % | norm/prestatie x 100% = prestatie | norm/prestatie x 100% = prestatie | norm/prestatie x 100% = prestatie | n.v.t. |
C | 40 % | 40 % | norm/prestatie x 100% = prestatie | norm/prestatie x 100% = prestatie | norm/prestatie x 100% = prestatie | 0,4 x T*K*I = prestatie |
D | 20 % | 30 % | 0,3 x T*K*I = prestatie | |||
Som | ||||||
Totaal | 100% 100% ……………. % van de normloonwaarde |
3.4.3 VTA
VTA-model
De VTA/ DWI-analyse vergelijkt de prestatie van een werknemer op de output van Tempo, Kwaliteit en Sociaal functioneren ten opzichte van een persoon zonder beperkingen. Vervolgens wordt rekening gehouden met toeslagen voor aanpassingen in het werk en bijvoorbeeld ziekteverzuim. Het VTA-model expliciteert indien nodig ook een markttoeslag, die wordt toegekend aan de werkgever en geen betrekking heeft op de loonwaarde van de werknemer.
VTA gaat uit van een gedegen taakanalyse en berekent Tempo, Kwaliteit en Sociaal functioneren per taak.
VTA heeft in het ontwerp weegfactoren ingebracht, die thans nog standaard zijn ingedeeld. Dit biedt de mogelijkheid om bijvoorbeeld Kwaliteit bij bepaalde functies zwaarder te waarderen. Evenwel VTA/DWI heeft hier nog geen nadere invulling aan gegeven.
De standaard rekenregels komen neer op: gemiddelde score over de taken voor Tempo x 50% = xx %
gemiddelde score over de taken voor Kwaliteit x 25% | = yy % | |
gemiddelde score over de taken voor Sociaal F x 25 % | = zz % | |
som weegfactoren is altijd 100% | ||
===== + | ||
arbeidsprestatie % |
De VTA-score ( vaststelling tegemoetkoming arbeidsinpassing) is dan gelijk aan 100 minus de arbeidsprestatie.
VTA/DWI kent een Excel-rekenformulier om rekenfouten te vermijden
De VTA opzet past volledig bij het AKC-model voor wat betreft de ontleding van de functie in taken en de begrippen Tempo en Kwaliteit. Het begrip Sociaal functioneren past niet bij het AKC-model. Dit is met behulp van een transitietabel omgezet naar Inzetbaarheid en Additionele kosten. Evenwel blijven er interpretatieverschillen mogelijk. Dit is voor de AKC-pilot studie verder niet getraind met de deelnemers van DWI, maar overgelaten aan de beoordeling van de DWI-deelnemer.
De berekening in het AKC-model gaat uit van TxK, terwijl VTA door het eerst toepassen van weegfactoren uitgaat van T+K , een optelling derhalve. Bij de T1-meting hebben de VTA-deelnemers de AKC-rekenmethode toegepast.
Alle methoden wegen de bijdrage van Tempo, Kwaliteit en Inzetbaarheid naar de arbeidsprestatie. Er is geen volledig inzicht verkregen in de rekenformules van alle systemen. Daarom is het wenselijk om afspraken te maken over de te hanteren mathematische formule.
Als er uitgegaan wordt van het zoveel als mogelijk benoemen van de prestatie-elementen gerelateerd aan geleverde productie, zoals de definities in het rapport doen, ontstaat nog steeds geen redelijk consistent waarnemingsbeeld zonder standaardisering van de te hanteren rekenformule. Onderstaand voorbeeld illustreert dat. Het advies is dan ook om wel degelijk afspraken op dit punt te maken.
Stel, de prestatiewaarden van de werknemer zijn voor Tempo, Kwaliteit en Inzetbaarheid als volgt vastgesteld.
Tempo= 80%
Kwaliteit= 70%
Inzetbaarheid= 75%
Werknemer die de normfunctie uitoefent levert: 275 producten per week
Werknemer waarvan loonwaarde moet worden bepaald levert: 220 producten per week
Wat leveren verschillende mathematische formules dan op aan % van de normprestatie?
Een benadering gebaseerd op de loonwaarde rekenformule T*K*I zou in dit voorbeeld opleveren 80% * 70% * 75% = 42% x loonwaarde normfunctie.
Een benadering gebaseerd op de loonwaarde rekenformule T-K *I zou in dit voorbeeld opleveren 80% - 30% * 75% = 37,5 % x loonwaarde normfunctie.
Een benadering gebaseerd op de loonwaarde rekenformule T*K-I zou in dit voorbeeld opleveren 80% * 70% - 25% = 31 % x loonwaarde normfunctie.
Een benadering direct gebaseerd op de totale productiewaarde zou in dit voorbeeld opleveren 115/275 = 41% x loonwaarde normfunctie.
Een benadering gebaseerd op de loonwaarde rekenformule T-K-I zou in dit voorbeeld opleveren 80% - 30% - 25% = 25% x loonwaarde normfunctie.
De rekenformules 1en 4 leveren een redelijk zelfde uitkomst op. Het advies is om T*K*I te hanteren als basisrekenregel voor de totalisering van de berekende waarden op de deelbegrippen Tempo, Kwaliteit en Inzetbaarheid bij de vaststelling van een loonwaarde.
Voorbeeld vaststelling prestatie parttime werknemer grafische industrie afgezet tegen de normfunctie ordervoorbereider grafische industrie (gekozen is voor een voorbeeld waar wel per taak een uitsplitsting gemaakt is om T, K en I te bepalen. Dat kan ook in één keer over de functie als geheel.
Werkzaamheden van de te boordelen parttime werknemer
De parttime werknemer, die 30 uur per week werkt (drie dagen 8 uur en één dag 6 uur) heeft een gemiddeld tijdsbestedingspatroon per week van:
Taak 1: | orderontvangst 15 uur = 50% |
Taak 2: | orderbewerking 7,5 uur = 25% |
Taak 3: | orderbegeleiding 7,5uur = 25%* |
*De uurlonen voor de taken zijn in de functie gelijk.
Vaststelling normfunctie
Voor het vaststellen van de normfunctie is de cao van de grafische industrie geraadpleegd en de functie ordervoorbereider gevonden. De te beoordelen werknemer oefent alle voorkomende hoofdtaken uit, alleen in een ander tijdsbestedingspatroon binnen de vastgestelde verhoudingen. Deze functie kan als normfunctie gehanteerd worden.
*De uurlonen voor de taken zijn in de normfunctie gelijk
In de normfunctie wordt 40 uur per week gewerkt.
De Tempoprestatie in de normfunctie
De werknemer in de normfunctie realiseert 10-12 orders per uur. Diegene die steeds op 12 orders zit, krijgt incidenteel een extra betaling. De genoemde bandbreedte van de prestatie is acceptabel voor de werkgever.
De normprestatie per uur (Tempo) is dus 10 per uur.
De Kwaliteit in de normfunctie
Het gemiddelde afkeuringspercentage van orders van de vakvolwassen werknemer is 1,3%.
De inzetbaarheid in de normfunctie
De fulltime normmedewerker is 95% van de 40 uur die hij aanwezig bezig met productie. De vijf procent gaat op aan werkoverleg e.d. (dit is geen overleg voor de directe productie). Bij de parttimers is het percentage nagenoeg gelijk, want zij worden bij afwezigheid in het werkoverleg later bijgepraat en dat gaat sneller.
De prestatie in de normfunctie is dan als volgt weer te geven:
Normfunctie Fulltimer(40 uur) | Tijdsbesteding | Tempo/Prestatie per uur | Kwaliteit | Inzetbaarheid |
Taak 1 Orderontvangst | 40% | 10 p/uur | (1-0,013)*100= 98,7% | (1-0,05)*100= 95%*40=38 uur |
Taak 2 Orderbewerking | 30% | 10 p/uur | (1-0,013)*100= 98,7% | (1-0,05)*100= 95%*40=38 uur |
Taak 3 Orderbegeleiding | 30% | 10 p/uur | (1-0,013)*100= 98,7% | (1-0,05)*100= 95%*40=38 uur |
Aantallen orders per week | (38*10) – (38*10*1,3%) = 375 |
De prestatienormen van de normfunctie zijn voor Tempo en Kwaliteit gelijk voor de fulltimer en de parttimer, alleen de uren Inzetbaarheid moeten herberekend worden naar 30 uren.
Normfunctie Parttimer(30 uur) | Tijdsbesteding | Tempo/Prestatie per uur | Kwaliteit | Inzetbaarheid |
Taak 1 Orderontvangst | 40% | 10 p/uur | (1-0,013)*100= 98,7% | (1-0,05)*100= 95%*30=28,5 uur |
Taak 2 Ordeebewerking | 30% | 10 p/uur | (1-0,013)*100= 98,7% | (1-0,05)*100= 95%*30=28,5 uur |
Taak 3 Orderbegeleiding | 30% | 10 p/uur | (1-0,013)*100= 98,7% | (1-0,05)*100= 95%*40= 28,5 uur |
Aantallen orders per week | (28,5*10) – (28,5*10*1,3%) = 281 |
De te beoordelen werknemer
De prestatie van de te beoordelen werknemer, die parttime werkt (30 uur) is als volgt waargenomen:
Tempo
De werknemer produceert gemiddeld 8 orders per uur. Dat is 8/10*100 = 80%
Kwaliteit.
De werknemer maakt zeker 10 maal zoveel fouten als de anderen.
Dus maakt hij 10*1,3 = 13% fouten. Dus (1 - 0,13)*100 = 87% goede orders. De normwerknemer doet 98,7
De prestatie t.a.v. Kwaliteit is dus 87/98,7 = 88,2%.
Inzetbaarheid
Op een normale werkdag (8 uur) staat de werknemer al snel 2 uur extra stil, omdat hij moet wachten op controle en opnieuw geïnstrueerd moet worden.
Hij werkt 3 dagen van 8 uur en één dag van 6 uur. Extra stilstand is dus 3*2+6/8*2 = 7,5 uur. Van de 28,5 uur beschikbaar voor productie gaan er dus 7,5 verloren. De werknemer produceert dus maar op 28,5-7,5 = 21 uur. Zijn Inzetbaarheid is dus 28,5 -7,5/28,5*100%=73,7%
Zijn loonwaarde is T*K*I. In getal: 80% * 88,2% * 73,7% = 52%
Hoeveel foutloze orders maakt deze te beoordelen werknemer per week?
21 uur*8 stuks – 21*8*13% fouten = 168- 21,8= 146 stuks
Een parttimer zonder beperking die 30 uur werkt, maakt er 30 uur x 10 stuks x 98,7% kwaliteit x 95% Inzet = 281
De loonwaarde van onze man is dus 146/281 = 52%
Noot: de einduitkomst van de loonwaarde wordt rekenkundig afgerond op een geheel getal
Prestatie Parttimer(30 uur) | Tijdsbesteding | Tempo/Prestatie per uur | Kwaliteit | Inzetbaarheid |
Taak 1 Orderontvangst | 50% | 8 p/uur = 8/10= 80% | 87/98,7 = 88,2%. | Extra stilstand is dus 3*2+6/8*2 = 7,5 uur Inzetbaar 28,5-7,5 = 21 uur Inzetbaarheid % 21/28,5=73,7% |
Taak 2 Orderbewerking | 25% | 8 p/uur = 8/10= 80% | 87/98,7 = 88,2%. | Extra stilstand is dus 3*2+6/8*2 = 7,5 uur Inzetbaar 28,5-7,5 = 21 uur Inzetbaarheid % 21/28,5%=73,7% |
Taak 3 Orderbegeleiding | 25% | 8 p/uur = 8/10= 80% | 87/98,7 = 88,2%. | Extra stilstand is dus 3*2+6/8*2 = 7,5 uur Inzetbaar 28,5-7,5 = 21 uur Inzetbaarheid % 21/28,5%=73,7% |
Aantallen producten per week | 21*8 – 21*8*13% = 146 | |||
% productie ten opzichte van de normfunctie | (146/281) x 100% = 52%. |
De rekenregel toepassen om de loonwaarde te berekenen
Ten aanzien van de rekenregels om de uiteindelijke loonwaarde vast te stellen bestaat nog geen volledige consensus. Onderstaande berekening laat zien dat – wanneer de verschillende methoden de afspraken over de begrippen Normfunctie, Tempo, Kwaliteit en Inzetbaarheid op een gelijke wijze hanteren – de uitkomst langs twee rekenformules dicht bij elkaar komt en andere sterker afwijken.
Een benadering gebaseerd op de loonwaarde rekenformule T*K*I zou in dit voorbeeld opleveren: 80% * 88% * 73,7% = 52% x loonwaarde normfunctie.
Een benadering direct gebaseerd is op de totale productiewaarde zou in dit voorbeeld opleveren: 146/281 = 52% x loonwaarde normfunctie.
Twee andere, volgens Panteia wel gehanteerde rekenregels leveren een veel grotere spreiding op.
Een benadering gebaseerd op de loonwaarde rekenformule T-(K x*I) zou in dit voorbeeld opleveren:
80% - (12*73,7%)= 71% x loonwaarde normfunctie
Een benadering gebaseerd op de loonwaarde rekenformule T-K -I) zou in dit voorbeeld opleveren:
80% - 12%– 26,3%)= 42% x loonwaarde normfunctie
Het advies is om T*K*I te hanteren als basisrekenregel voor de totalisering van de berekende waarden op de deelbegrippen Tempo, Kwaliteit en Inzetbaarheid.
S. Visser de, S. Kemp van der, M. Ommeren van, Naar dezelfde Loonwaarde: een vervolgonderzoek naar de vergelijkbaarheid van loonwaardemethoden. Eindrapport Panteia, Zoetermeer, 5 oktober 2012.
2 Dit voorbeeld laat zien dat – wil je de prestatie van de werknemer uitdrukken in een percentage van de prestatie van de normwerknemer op Tempo, Kwaliteit en Inzetbaarheid – er dan rekening moet worden gehouden met het feit dat ook bij de normwerknemer niet ieder deelbegrip per definitie 100% prestatie oplevert.