Samenvatting rapportage casus | Arbeidsdeskundigen

Visusproblemen en acceptatie aanpassingen in eigen werk, ter voorkoming van ziekmelding
Samenvatting rapportage casus

Onderzoekskader/aanleiding onderzoek

De werknemer is een 60-65-jarige vrouw, die in toenemende mate moeite heeft met scherp zien als gevolg van een visusprobleem. Hierdoor kost lezen haar meer tijd. Als lerares Nederlands ervaart zij dit als problematisch, omdat ze aan een strak lesrooster gehouden is. Tegelijkertijd heeft ze meer voorbereidings- en nakijktijd nodig dan een collega zonder visusprobleem. De bedrijfsarts adviseert voorlopig 50 procent ziekmelden. De werkgever negeert dit advies en schakelt een arbeidsdeskundige in om te onderzoeken of het werk en de werkomstandigheden van de lerares aangepast kunnen worden om de visusproblematiek te compenseren.

Onderzoeksvraag

De werkgever vraagt aan de arbeidsdeskundige welke mogelijkheden er zijn om het eigen werk aan te passen, zodat de huidige, als overmatig ervaren arbeidsbelasting, verminderd wordt en ziekmelding niet nodig is.

Onderzoek

In het najaar van 2015 vindt een reeks gesprekken plaats tussen de arbeidsdeskundige, de werknemer, de leidinggevende, de bedrijfsarts en externe deskundigen op gebied van blinden- en slechtziendenproblematiek.

Uitgevoerde onderzoeksactiviteiten AD De volgende activiteiten vonden plaats:

  • telefonische vraagstelling leidinggevende;

  • gesprek met leidinggevende en werknemer;

  • individueel gesprek met werknemer (3 x);

  • individueel gesprek met leidinggevende;

  • telefonisch overleg met de bedrijfsarts;

  • telefonisch overleg externe deskundigen blinden en slechtzienden;

  • eindgesprek leidinggevende en werknemer.

Visie werknemer

De werknemer is lerares Nederlands in de bovenbouw. Ze vindt van zichzelf dat ze goed functioneert, bekwaam en gedreven is. Ze voelt zich doorgaans door zowel de leerlingen als de ouders gewaardeerd. Ze hoopt op meer begrip van de werkgever met betrekking tot haar arbeidsbelasting. Ze geeft aan blij te zijn met dit onderzoek. De werknemer loopt door de aandoening op haar tenen, heeft een verminderde energetische belastbaarheid (doordat ze steeds vermoeider raakt) en moet steeds meer inspanning leveren op haar werk. Een deel van het werk neemt ze mee naar huis, waarbij ze ook aangeeft dat dit niet ongebruikelijk is. Vanwege haar klachten is zij ten opzichte van haar collega’s echter een meer dan onevenredig deel van haar vrije tijd bezig met haar werk. Ze ervaart een disbalans tussen werk en privé.

Visie werknemer op knelpunten

De werknemer geeft aan dat lezen haar steeds meer moeite kost en beduidend langzamer gaat dan bij haar collega’s. Hierdoor kost het haar steeds meer tijd om de lessen voor te bereiden, studiemateriaal zelf te lezen en met name het vele nakijkwerk (boekverslagen, opstellen e.d.) tijdig af te hebben. Ook het werken met de computer wordt steeds lastiger. Daar komt nog eens bij dat de verlichting in de klaslokalen voor haar niet altijd optimaal is. Haar ogen moeten hierdoor ‘nog harder werken’. De werknemer is van mening dat ze per lesuur van 50 minuten 10 minuten tekort om haar werk volledig te doen. Daarnaast heeft ze voor een lesdag van 8 uur een volledige recuperatiedag nodig. Haar leestempo ligt lager dan dat van collega’s, waardoor zij naar haar gevoel hetzelfde werk moet verzetten in minder tijd. De mentoraatstaak en de door haar ervaren toegenomen administratieve schooltaken zorgen voor een grote werkdruk die moeilijk te behappen is.

Visie werknemer op oplossingen

De werknemer zou meer ruimte willen tussen de lesuren. Daarbij voelt ze zich in de ochtenduren het meest fit; haar ogen zijn dan het meest uitgerust. Lesgeven vanaf het eerste lesuur heeft dan ook haar voorkeur. De werknemer ziet mogelijkheden voor tijdswinst door vrijstelling van het bijwonen van diverse vergaderingen. Daarnaast denkt de werknemer dat ze wellicht te veel van zichzelf geeft vanuit haar grote verantwoordelijkheidsgevoel, in combinatie met het nog niet volledig geaccepteerd hebben van haar medische aandoening. Ze vindt het moeilijk om voor zichzelf op te komen en grenzen te stellen, ze vindt zichzelf verminderd weerbaar en ervaart te weinig ontspanning. Ze wil zich hernieuwd gaan richten op zaken die haar helpen haar energiebalans weer in evenwicht te krijgen. De werknemer twijfelt over de geopperde visushulpmiddelen in de werksituatie. Ze is nog niet geheel overtuigd van de efficiency (mogelijke energiebesparing). Haar scepsis komt voort uit het gevoel dat ze verwacht dat ze veel extra tijd en energie (die ze niet heeft) moet steken in het omgaan met de hulpmiddelen (tijd en energie afgewogen tegen leeftijd). Conform het advies van de bedrijfsarts wil ze zich gedeeltelijk ziekmelden. Ze is het dan ook oneens met de werkgever die dit advies negeert en een arbeidsdeskundige heeft ingeschakeld.

Visie leidinggevende/werkgever

De werkgever kent de werknemer als een gedreven en bekwaam docent. De werkgever is tevreden over de inzet en de medewerking van de werknemer in alle opzichten. De werkgever ziet de werknemer als zeer betrokken en perfectionistisch met een groot verantwoordelijkheidsgevoel. Dit zijn prima eigenschappen, zolang ze haar grenzen stelt, aldus de leidinggevende.

Visie van werkgever op knelpunten en oplossingen

De werkgever is op de hoogte van de knelpunten en de daarmee veranderde energiebalans. De werkgever wil de werknemer graag behouden, liefst in het eigen werk. De werkgever wil zeker meewerken aan het zoeken naar oplossingen om de vitaliteit te verbeteren. De werkgever begrijpt dat werken met deze medische aandoening extra energie kost. Van een gedeeltelijke ziekmelding wil de werkgever echter niet weten. De werkgever is een groot voorstander van mensen duurzaam inzetten en wil eerst andere oplossingen bekijken. De werkgever hoopt samen met de werknemer gericht hulpmiddelen in te zetten en aanpassingen te doen, zoals het optimaliseren van het en zorgen voor een vast klaslokaal (met optimale lichtinval en verlichting). De werkgever biedt de werknemer alle ruimte om de aanpassingen samen, en met hulp van externe deskundigen, te onderzoeken.

Omschrijving van de beperkingen en mogelijkheden

De bedrijfsarts geeft aan dat de werknemer in toenemende mate problemen ondervindt in haar werk als gevolg van een aandoening met medisch objectiveerbare oorzaak. Hij stelt een gedeeltelijke ziekmelding van enkele maanden voor om vervolgens aan twee in plaats van aan vier klassen les te geven). Hierdoor ontstaat er mee ruimte voor correctiewerk (minder voor- en nakijkwerk in meer tijd). Mocht dit goed gaan, dan lijkt hem een arbeidsdeskundig onderzoek aan de orde. Hij acht het niet ondenkbaar dat het leesvermogen met low vision-hulpmiddelen nog te verbeteren valt.

Resultaten Werkplekonderzoek

Er vond geen werkplekonderzoek plaats.

Resultaten overig onderzoek door AD

Doordat er geen ziekmelding heeft plaatsgevonden (de werkgever heeft het advies van de bedrijfsarts niet opgevolgd), is er geen FML opgesteld en ook niet opgevraagd. Naar het oordeel van de arbeidsdeskundige voegt de FML in deze casus niets toe. Zelf geeft de werknemer aan dat ze problemen heeft met lezen en de gangbare leessnelheid mist. Bij een ongewijzigde hoeveelheid werk, raakt ze daardoor achterop en erg vermoeid.

De arbeidsdeskundige geeft aan dat er – met hulp van een expertisecentrum voor blinde en slechtziende mensen en relatief eenvoudige oplossingen – persoonlijke energie bespaard kan worden. Mensen met visusproblematiek leren met hulpmiddelen efficiënter (en sneller) werken, waardoor de vitaliteit veelal verbetert.

De arbeidsdeskundige heeft informatie ingewonnen bij zo’n centrum dat:

  1. een visueel basisonderzoek kan verrichten, bestaande uit visueel functieonderzoek (met daarin gezichtsscherpte- en gezichtsveldonderzoek, contrastgevoeligheid en kleurenzien);

  2. een uitgebreid hulpmiddelenonderzoek door een low vision-specialist aanbiedt. Low vision-hulpmiddelen zijn bijvoorbeeld een loep, leesliniaal, loepbril, prismaloupebril, betere omgevingsverlichting, geel contrast, aangepast toetsenbord, gesproken teksten, tekstherkenningssystemen, e.d.

Aanvullend kan een ICT-onderzoek plaatsvinden, waardoor ook vastgesteld kan worden wat de beste instellingen zijn voor beeldscherm, toetsenbord, besturingssysteem en applicaties.

Beschouwing en visie van AD

Er heeft geen ziekmelding plaatsgevonden. Tegelijkertijd constateren de betrokkenen wel knelpunten in het eigen werk. Daarom is het zaak dat werkgever en werknemer samen nagaan hoe het eigen werk met inzet van hulpmiddelen en/of taakaanpassing geoptimaliseerd kan worden:

A. Lezen en beeldschermwerk

De arbeidsdeskundige vindt dat het inschakelen van een expertisecentrum voor blinde en slechtziende mensen noodzakelijk is. Zij kunnen de mogelijkheden van de werknemer onderzoeken, zodat de duurzame inzetbaarheid geoptimaliseerd kan worden. De kosten van zo’n onderzoek, alsmede de onderzoeken naar low vision-hulpmiddelen en ICT, komen voor rekening van de werkgever.

B. Energiebalans

Uit het persoonlijk gesprek met de werkgever en werknemer heeft de arbeidsdeskundige begrepen dat de werknemer vanuit een groot verantwoordelijkheidsgevoel niet altijd voldoende haar grenzen stelt en bewaakt. In het verleden heeft de werknemer een deskundig begeleider bezocht, die haar handvatten heeft aangereikt met betrekking tot relativeren en afstand nemen, grenzen stellen en bewaken. De mede daardoor verkregen energiebalans op het gebied van belasting en belastbaarheid in werk en privé lijkt op dit moment echter niet in evenwicht. De arbeidsdeskundige verwacht dat coaching op dit vlak – samen met de eventueel in te zetten hulpmiddelen (zie punt A) – kan bijdragen aan een verbeterde energiebalans.

C. Verlichting en contrasten

De arbeidsdeskundige is van mening dat het zinvol is om te kijken naar de verlichting in het leslokaal. De werknemer is gebaat bij een vast, aangepast lokaal om haar lessen te geven. De meeste leerlingen houden reeds rekening met de opmaak van in te leveren stukken: afdoende contrastrijk en in een voor haar comfortabel lettertype en -grootte. Daarnaast helpen zij haar graag, bijvoorbeeld met de pc en het smartboard.

D. Tijd die de werknemer tekort komt

De werkgever heeft bij de arbeidsdeskundige aangegeven dat de werknemer bekend is met het werk in de bovenbouw (boeken lezen, boekverslagen en betogen). Dit vraagt meer uren dan werken in de onderbouw. De voorkeur van de werknemer ligt bij de bovenbouw: ze doet dit graag en is hierin erg bekwaam. Ook de mentoraatstaak is in onderlinge afstemming overeengekomen. De werknemer is hierin bijzonder gedreven en gemotiveerd. De arbeidsdeskundige heeft met de werkgever en werknemer besproken dat zij samen zullen afstemmen wat mogelijk is in het wekelijkse lesrooster van de werknemer en passend binnen het onderwijsschema (werken in ochtenduren). De arbeidsdeskundige verwacht tijdswinst te behalen als de werknemer gebruikt gaat maken van hulpmiddelen op de werkplek (zie ook punt A). Hierdoor kan de werknemer overeenkomstig haar contracturen (inclusief de berekende opslagfactor) haar werkzaamheden verrichten, zonder veel extra tijd.

Conclusies AD

Op grond van het onderzoek concludeert de arbeidsdeskundige dat het eigen werk van de werknemer op dit moment niet passend is in volle omvang van taken. Het is echter wel passend te maken. Dit kan onder meer door gebruik te maken van hulpmiddelen, roosterwijziging en lesgeven in een optimaal verlicht, vast lokaal.

Advies en vervolgstappen AD

De arbeidsdeskundige adviseert aan:

  1. Werkgever en werknemer: onverminderd inzetten op verdere begeleiding en ondersteuning van de arbeidsmogelijkheden in de eigen functie.

  2. Werkgever en werknemer: expertisecentrum voor blinde en slechtziende mensen preventief consulteren met als doel duurzame inzetbaarheid optimaliseren en maximaliseren zodat het arbeidsproces gecontinueerd kan worden.

  3. Werkgever: facilitering aanschaf hulpmiddelen.

  4. Werknemer: kortdurend begeleidingstraject op het gebied van persoonlijk functioneren, waaronder grenzen aangeven en bewaken (coachend begeleidingstraject). Dit, indien nodig, laten monitoren door de bedrijfsarts (regelmatig wijzigingen in belastbaarheid laten vastleggen).

  5. Werkgever en werknemer: gezamenlijk bepalen welk leslokaal voor de werknemer het meest optimaal is op het gebied van verlichting en verlichtingsmogelijkheden (hulpmiddelen).

Accepteer de voorwaarden

Gebruik van dit werk is toegestaan conform licentie creative commons CC-BY-4.0. Deze gebruikslicentie vervalt zes maanden na het verschijnen van een nieuwe editie van het werk. Het auteursrecht op dit werk berust bij de Staat der Nederlanden, ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.


Download document Download document