De arbeidsdeskundige heeft een verzoek gekregen om ondersteuning te bieden aan een 57-jarige man die langdurig verzuimt als gevolg van gezondheidsklachten. Bij het functioneren van de klant speelt, naast de medische problematiek, ook zijn verslaving een belangrijke rol. De klant vraagt ondersteuning bij zijn re-integratie. De arbeidsdeskundige vraagt zich af of zij het verzoek om ondersteuning moet honoreren. In deze overweging speelt mee dat de klant al eerder met een re-integratietraject is gestart, dat als gevolg van recidiveklachten voortijdig is afgebroken. Ook de wens van de klant om als ervaringsdeskundige aan de slag te gaan – waarvoor scholing nodig is – brengt de arbeidsdeskundige aan het twijfelen. Het beleid is immers dat slechts één re-integratietraject wordt gefinancierd, tenzij er voldoende motieven zijn om een tweede aanvraag te onderbouwen.
Voordat de arbeidsdeskundige haar afwegingen heeft kunnen afronden, trekt klant zich terug. Als reden voert hij recidive aan. De arbeidsdeskundige twijfelt of zij het voortijdig afbreken van het proces zonder meer moet accepteren. Met andere woorden: ze stelt zichzelf de vraag welke reactie op basis van het gedrag van de klant adequaat is. Kom je tegemoet aan dit gedrag? Of geef je juist tegengas en accepteer je het terugtrekken niet zonder meer?