Casus rapportage | Arbeidsdeskundigen

Re-integratieverplichting van een werkgever, die eigenrisicodrager Ziektewet is, na beëindiging van een tijdelijk dienstverband
Casus rapportage

Onderzoekskader / aanleiding onderzoek

Client is een 40-45-jarige productiemedewerker die met een tijdelijk contract medio 2015 in dienst is gekomen bij werkgever, die ERD ZW is. Client valt in het najaar van 2015 uit voor het eigen werk als gevolg van fysieke en niet-fysieke beperkingen. Het contract loopt van rechtswege af tijdens ziekte, waardoor client ziek uit dienst gaat. Het casemanagementbureau dat de ZW-verplichtingen uitvoert voor de ex-werkgever, vraagt de arbeidsdeskundige een re-integratie-advies te geven.

Onderzoeksvraag

  1. Kan client op basis van de actuele FML de laatst verrichte werkzaamheden nog uitvoeren?

  2. Zo nee, zijn de laatst uitgevoerde werkzaamheden met behulp van aanpassingen duurzaam passend te maken, zodat client vergelijkbare werkzaamheden bij een andere werkgever zou kunnen uitvoeren?

  3. Zo nee, is client geschikt voor gangbare arbeid op de arbeidsmarkt?

  4. Zo ja, aan welke randvoorwaarden moeten deze werkzaamheden voldoen? Benoem hierbij minimaal 3 voorbeeldfuncties.

  5. Is een vervolgtraject gewenst? Welke re-integratiebegeleiding is nodig om de kortste weg naar werk te bewerkstelligen?

Onderzoek

Met client is besproken dat dit arbeidsdeskundig onderzoek wordt uitgevoerd, omdat ex-werkgever ERD ZW is en daarmee verantwoordelijk is voor de re- integratie van client. Met client zijn tevens de verplichtingen vanuit de Wet verbetering poortwachter besproken. De FML, zoals de bedrijfsarts deze heeft opgesteld, is doorgenomen. De AD heeft toegelicht dat zij, als niet-medicus, geen wijzigingen of toevoegingen op dit document mag aanbrengen en client eventuele op-/aanmerkingen met de bedrijfsarts moet bespreken.

Uitgevoerde Onderzoeksactiviteiten AD

  • Dossieronderzoek

  • Gesprek met client

  • Actuele informatie van bedrijfsarts

Visie cliënt

Visie cliënt op beperkingen en mogelijkheden:

Tijdens het gesprek licht client het ontstaan van haar beperkingen toe. Ruim 30 jaar is zij bekend met een chronische aandoening. Als gevolg hiervan is zij beperkt ten aanzien van zware fysieke arbeid en is zij aangewezen op de voortdurende aanwezigheid van schone sanitaire voorzieningen. Met deze aanpassingen/voorzieningen heeft zij de afgelopen jaren normaal kunnen functioneren. Begin 2015 kreeg zij te kampen met aanvullende beperkingen als gevolg van een ongeval. Zij geeft daarbij aan dat haar chronische aandoening momenteel voor extra beperkingen zorgt. Hiervoor is zij onder behandeling van een arts. Hier zal op zeer regelmatige basis een poliklinische behandeling worden uitgevoerd. Client verblijft veelal in het huis van een vriendin. Deze ondersteunt haar waar nodig. Client kan zich slechts deels vinden in de beperkingen die de bedrijfsarts in de FML heeft gesteld. Client is van mening dat zij, doordat er iedere 3-4 weken een ingreep wordt verricht, nu nauwelijks in staat is arbeid te verrichten. Zij voelt zich verzwakt en conditioneel fors beperkt. Over de prognose kan geen uitsluitsel worden gegeven. Zij heeft geen idee welke werkzaamheden zij nu wel zou kunnen verrichten. Zij geeft aan graag met mensen te werken en een sociaal, maatschappelijk betrokken instelling te hebben.

Visie leidinggevende/ex-werkgever van cliënt

De visie van de ex-werkgever is onbekend. De ex-werkgever heeft het casemanagement uitbesteed aan het casemanagementbureau. De casemanager stelt dat er bij de ex-werkgever geen formatieruimte is om client te herplaatsen. De ex-werkgever is bereid om client een 2e spoor traject aan te bieden.

Medische aspecten/belastbaarheid (bron: bedrijfsarts)

Client is in het najaar van 2015 volledig uitgevallen met fysieke en niet-fysieke klachten. Naar het oordeel van de bedrijfsarts is er sprake van beperkingen ten opzichte van normaal functioneren. Op basis van de medische informatie van de behandelaar en de huidige klachten en beperkingen van client, acht de bedrijfsarts client in staat om halve dagen voornamelijk zittende werkzaamheden te verrichten in een schone werkomgeving met goede toegankelijkheid tot sanitaire voorzieningen. Daarnaast acht de bedrijfsarts client in staat om deel te nemen aan een activerings-/re-integratie-traject. De bedrijfsarts gaat uit van een gunstige prognose. Volgens de terugkoppeling van de bedrijfsarts heeft de partner van client aangegeven zich niet te kunnen vinden in het oordeel van de bedrijfsarts. De bedrijfsarts heeft de partner gewezen op de mogelijkheid om een deskundigenoordeel aan te vragen. De bedrijfsarts heeft met de partner afgesproken dat client de bedrijfsarts zou terugbellen. Bedrijfsarts heeft daarna niets meer gehoord van client.

Client wordt in staat geacht arbeid te verrichten als rekening wordt gehouden met de volgende voorwaarden en beperkingen in haar belastbaarheid:

Persoonlijk functioneren

  • Aangewezen op werk waarbij zij niet wordt afgeleid door activiteiten van anderen, zonder veelvuldige deadlines of productiepieken en zonder gedwongen werktempo.

Fysieke omgevingseisen

  • Client is aangewezen op werk in een schone, klimaat gereguleerde omgeving, zonder werkkleding, zonder grove trillingsbelasting, met goed toegankelijke sanitaire voorzieningen.

Dynamische handelingen en statische houdingen

  • De beperkingen van client hebben betrekking op lopen en staan tijdens het werk, buigen, vaak buigen, tillen/dragen , duwen/trekken, gebogen en gedraaid werken.

  • Er is tevens sprake van een urenbeperking. De bedrijfsarts gaat uit van een gunstige prognose.

Resultaten Werkplekonderzoek (optioneel)

Niet uitgevoerd.

Resultaten overig onderzoek door AD

Arbeidsverleden cliënt

Client heeft diverse werkzaamheden uitgevoerd; onder andere divers productiewerk en werkzaamheden in een tattooshop. Vanaf zomer 2015 was zij op basis van een uitzendcontract werkzaam als productiemedewerker.

Opleidingsniveau cliënt

  • Helpende Zorg en Welzijn (via Sociale Dienst), geen diploma

  • Op grond van deze gegevens is het opleidingsniveau LBO

Beschouwing en visie van AD

Geschiktheid voor het laatst verrichte werk

Op basis van de onderzoeksactiviteiten is de AD van mening dat de belastbaarheid van client wordt overschreden op de volgende aspecten:

  • In het laatst verrichte werk worden de werkzaamheden in een vast opgelegd tempo (lopende band) uitgevoerd. Ook moeten de opdrachten binnen een bepaalde tijd worden afgehandeld; hierdoor is er regelmatig sprake van deadlines of productiepieken, terwijl client is aangewezen op werk waarbij zij niet wordt afgeleid door activiteiten van anderen, zonder veelvuldige deadlines of productiepieken en zonder gedwongen werktempo.

  • In het kader van hygiene protocol wordt bedrijfskleding gedragen. Client kan niet werken met werkkleding.

  • Client dient vibratie- en trillingsbelasting te vermijden. Trillingsbelasting komt echter voor bij het duwen/trekken van pallets.

  • Client is aangewezen op een schone werkomgeving. De werkomgeving voldoet niet aan deze randvoorwaarden.

  • Duwen of trekken > 10 kgf komt voor bij het vullen en verplaatsen van pallets, terwijl client tot ongeveer 10 kgf kan duwen of trekken (volle vuilniscontainer).

  • Tillen of dragen > 5 kgf komt voor bij het verplaatsen van goederen, terwijl client tot ongeveer 5 kgf kan tillen of dragen (zak aardappelen).

  • Client kan minder dan 5 minuten achtereen gebogen en/of getordeerd actief zijn (schoenveters strikken), terwijl gebogen en/of getordeerd actief zijn veelvuldig voorkomt bij onderhoud aan apparatuur en het schoonhouden van werkomgeving en materialen.

De belastbaarheid ten opzichte van de belasting in de functie wordt voornamelijk overschreden op de aspecten afleiding door activiteiten van anderen, de aanwezigheid van veelvuldige deadlines/ productiepieken en het gedwongen werktempo.

Client was werkzaam voor gemiddeld 15 uur per week. Doordat zij deze uren verspreidde over meer dagen, werd de loop- en stabelasting niet overschreden. Bij verdeling van deze uren over minimaal 3 dagen, vormen deze bij hervatting van passende werkzaamheden ook geen overschrijding op haar belastbaarheid.

Geschiktheid voor andere passende arbeid

Werkzaamheden die client kan uitvoeren in een (schone) werkomgeving, met goed toegankelijke sanitaire voorzieningen, zonder opgelegd tempo en zonder zware fysieke inspanningen acht de AD passend. Op grond van haar achtergrond, opleiding en belastbaarheid acht de AD client in staat tot het uitvoeren van bijvoorbeeld de volgende functies: baliemedewerker, medewerker orderadministratie, documentscanner en assemblagemedewerker (lichte producten, zonder tijdsdruk).

Duurzaamheid van het te behalen re-integratie resultaat

Client beschikt over arbeidsmogelijkheden waarmee zij in staat kan worden geacht verschillende functies uit te voeren (zie 4.2). De bedrijfsarts gaat daarbij ook uit van een gunstige prognose. Hierdoor acht de AD de duurzaamheid van het te behalen re-integratieresultaat realistisch. Met de uitvoering van deze passende werkzaamheden acht de AD client in staat hiermee minimaal 65% van haar laatst verdiende loon te kunnen genereren.

Conclusies AD

  1. Client is op basis van de actuele FML ongeschikt voor uitoefening van de laatst verrichte werkzaamheden.

  2. De laatst verrichte werkzaamheden zijn niet duurzaam passend te maken door voorzieningen of aanpassing.

  3. Client is geschikt voor gangbare arbeid op de arbeidsmarkt.

  4. De randvoorwaarden voor passend werk zijn: een schone werkomgeving, goed toegankelijke sanitaire voorzieningen, geen opgelegd werktempo en geen zware fysieke inspanningen. Voorbeeldfuncties: baliemedewerkster, medewerker orderadministratie en assemblagemedewerker (lichte producten, zonder tijdsdruk). De daadwerkelijke uitvoeringsomstandigheden bepalen de uiteindelijke geschiktheid.

  5. Een vervolgtraject is gewenst. Client is aangewezen op gerichte ondersteuning bij het duiden van concrete mogelijkheden op de arbeidsmarkt.

Advies en vervolgstappen

  • Bespreek deze rapportage gezamenlijk (casemanager en client) en maak (zo nodig) een bijstelling van het plan van aanpak om de re-integratieactiviteiten helder op papier te krijgen.

  • Casemanager: meld client aan voor re-integratiebegeleiding 2e spoor.

  • Casemanager: laat de bedrijfsarts de belastbaarheid van client opnieuw beoordelen, zodra de medische situatie verandert.

  • Als client en/of opdrachtgever het niet eens is/zijn met de bevindingen en/of het geadviseerde trajectplan, kunnen zij een deskundigenoordeel bij het UWV aanvragen (zie hiervoor www.uwv.nl). Geadviseerde (re-integratie)activiteiten moeten echter wel worden opgestart.

Accepteer de voorwaarden

Gebruik van dit werk is toegestaan conform licentie creative commons CC-BY-4.0. Deze gebruikslicentie vervalt zes maanden na het verschijnen van een nieuwe editie van het werk. Het auteursrecht op dit werk berust bij de Staat der Nederlanden, ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.


Download document Download document