Duurzame inzetbaarheid van een werknemer met een eerder niet onderkende persoonlijkheidsstoornis
Mogelijke eerste gedachten voor oplossingsrichtingen

De arbeidsdeskundige focust op het huidige verzuim en het oplossen van het probleem. Naar onze mening concludeert hij al te snel dat de oplossing buiten de organisatie ligt, in bijvoorbeeld beschut werk. De werknemer heeft al 25 jaar bij de werkgever gewerkt, waarvan de jaren tot 2012 zonder problemen. De vraag komt op waarom ten tijde van het arbeidsdeskundig onderzoek niet meer aandacht wordt besteed aan haar functioneren vóór 2012. Hieruit zouden namelijk zowel de eventuele succesfactoren alsook de belemmeringen naar voren kunnen komen. Hoe heeft ze al die tijd dan gefunctioneerd? De focus van de oplossingsrichtingen vertrekt te veel vanuit de diagnose en is te weinig op de persoon en haar functioneren gericht.

De arbeidsdeskundige verklaart de werknemer ongeschikt voor het eigen werk en volgt daarmee de eerdere bevindingen van de bedrijfsarts op grond van het opgestelde FML. De laatste bevindingen van de bedrijfsarts geven echter juist aan dat de werknemer mogelijk toch geschikt is voor het eigen werk. De beperkingen lijken voor de arbeidsdeskundige zodanig, dat hij haar toch als ongeschikt beoordeelt voor het eigen werk. Een (voor)overleg met de bedrijfsarts had hierover wellicht meer duidelijkheid kunnen geven. Was deze op dat moment misschien niet bewust van de integriteitseis, waardoor een terugkeer door de werkgever ongewenst wordt geacht?

De vraag is ook of de bedrijfsarts wel had mogen stellen dat de werknemer weer geschikt is voor het eigen werk. Zit hij daarmee niet op de stoel van de arbeidsdeskundige, die op basis van de gegeven beperkingen door de bedrijfsarts daarover zou moeten concluderen/adviseren?

Het gedrag van de werknemer is weer stabiel, zij heeft drie jaar lang in vervangend werk goed en zonder problemen gefunctioneerd. Daarvoor, in haar 25-jarig dienstverband, is haar integriteit nooit een issue geweest. Is het terecht om als werkgever nu te concluderen dat, na een turbulente instabiele privéperiode, zij voorgoed als niet-integer is te beschouwen en daardoor niet meer in haar oude functie kan terugkeren? Is er tijdens haar ‘uitval’ überhaupt een keer sprake geweest van een situatie waarbij de integriteitseis werd geschonden? Kortom, hoe legitiem is het dat de werkgever zich hierop beroept?

De arbeidsdeskundige heeft nadrukkelijk rekening gehouden met de integriteitseis. Maar dit is feitelijk een niet-medische kwestie. Wat ons betreft had de arbeidsdeskundige zich moeten/mogen beperken tot een beoordeling van de mate van arbeidsongeschiktheid op basis van de beperkingen van de bedrijfsarts. Hij had de integriteitseis niet moeten laten meewegen. Het advies aan de werkgever had dan, conform het advies van de bedrijfsarts, mogelijk ook geschiktheid voor het eigen werk kunnen zijn. Het is dan vervolgens de verantwoordelijkheid van de werkgever om te onderzoeken of dit in haar geval (nog) verantwoord zou zijn en of er gegronde redenen zijn, vermoedelijk meer van juridische aard, die het functioneren in de oude functie niet meer mogelijk maakt.

Wat ook bevreemdend werkt, is het gegeven dat de werknemer drie jaar lang passend werk heeft gedaan en heeft gefunctioneerd en toch in het verzuim blijft. Was het bij de aanvang van het verzuim al niet mogelijk om een aanpak te realiseren waardoor het geen langdurig verzuim was geworden? Is deze casus door de diagnose Autisme Spectrum Stoornis niet ten onrechte gemedicaliseerd? Had de werkgever de werknemer niet (eerder) kunnen/mogen aanspreken op haar gedrag en zich niet moeten laten meeslepen door de diagnose?

Accepteer de voorwaarden

Gebruik van dit werk is toegestaan conform licentie creative commons CC-BY-4.0. Deze gebruikslicentie vervalt zes maanden na het verschijnen van een nieuwe editie van het werk. Het auteursrecht op dit werk berust bij de Staat der Nederlanden, ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.


Download document Download document