Scenario 1
De cliënte wordt geacht weer in dezelfde situatie te zijn als voor de ziekmelding. Zij dient weer hersteld gemeld te worden. Als hervatting in het eigen werk met of zonder voorzieningen en ander werk bij de eigen werkgever niet mogelijk is, moet een gericht outplacementtraject voor een doofgeborene ingezet worden.
Scenario 2
De cliënte wordt geplaatst in andere passende werkzaamheden waarin zij haar oorspronkelijke verdiencapaciteit benut. Zij werkt nu wel als schoonmaker en huishoudelijk medewerker, maar voor minder uren dan de maatgevende arbeid en tegen een lager loon.
Scenario 3
Cliënte heeft weliswaar behandeling gehad en is weer in de situatie van voor de ziekmelding. De werksituatie is echter niet veranderd. Communiceren blijft noodzakelijk, evenals samenwerken. Doordat ze ouder wordt is doof geboren cliënte minder flexibel, kan zij zich moeilijker aanpassen en kost het werk in deze werksituatie meer moeite en energie. Hernieuwde uitval ligt dan ook in de lijn der verwachting. Cliënte kan als ongeschikt voor het eigen werk worden beschouwd, de re-integratie-inspanningen eigen werkgever kunnen als voldoende worden beschouwd, er kan een WIA-beoordeling plaatsvinden.