Mogelijke eerste gedachten voor oplossingsrichtingen | Arbeidsdeskundigen

Re-integratie in eigen functie van werknemer met leeftijdsgebonden progressieve aandoening
Mogelijke eerste gedachten voor oplossingsrichtingen

Bij de uitvoering van dit onderzoek is de vigerende wet- en regelgeving het uitgangspunt geweest, dat wil zeggen de Wet Verbetering Poortwachter en de hierin opgenomen verplichtingen betreffende de re-integratie-inspanningen. Tevens is voor de loonwaardebepaling het AKC-cahier (nummer 13a) gebruikt ter onderbouwing.

Het onderzoek is gebaseerd op de op dat moment aanwezige beperkingen. Wanneer sprake is van een progressieve aandoening, is duidelijk dat dit binnen afzienbare tijd een wijziging kan geven in eerdere arbeidsdeskundige beoordeling. De arbeidsdeskundige vraagt zich af op welke manier je hier bij het toekennen van een loonwaarde rekening mee kunt houden.

De specifieke aandoening van de medewerker geeft een contra-indicatie voor het inzetten van een traject tweede spoor. In deze casus is het op dit moment mogelijk het eigen werk aan te passen, waardoor het inzetten van een traject tweede spoor niet noodzakelijk is. Bij toenemende beperkingen stijgt de kans dat er onvoldoende mogelijkheden zijn om de werkzaamheden aan te passen. De vraag doet zich dan voor of het inzetten van een traject tweede spoor op dat moment wel aan de orde is. Onder welke omstandigheden kun je hiervan afwijken?

Tips naar aanleiding van de commentaren op de kennis- en leervragen

Het International Classification of Functioning, Disability and Health (ICF)-model wordt gebruikt voor het beschrijven van het functioneren van mensen, inclusief de factoren die dit functioneren beïnvloeden. Dit model geeft zicht op alle onderliggende factoren en geeft tevens aan waar beïnvloeding kan plaatsvinden. Een stoornis geeft beperkingen in het functioneren, vandaaruit is het mogelijk om interventies in te zetten en oplossingen te formuleren.

Leeftijd is volgens dit model geen excuus voor verminderd werkvermogen. Het is namelijk niet de leeftijd die de mentale belastbaarheid bepaalt, maar de ziekte die iemand heeft. Voor wat betreft de leeftijd blijkt uit onderzoek dat ouderen:

  • taken die een beroep doen op kennis en ervaring vaak beter uitvoeren dan jongeren;

  • taken die een beroep doen op snelheid en efficiëntie gemiddeld slechter uitvoeren dan jongeren.

De arbeidsdeskundige heeft in het onderzoek nadrukkelijk rekening gehouden met de sterke punten van deze oudere werknemer, door te focussen op zijn kennis en ervaring in het uitvoeren van voor hem vertrouwde taken. De werkgroep concludeert dat zij eenzelfde advies zouden geven.

De mentale belastbaarheid is afhankelijk van een aantal factoren. Deze kunnen worden geïnventariseerd door middel van interviews en/of vragenlijsten. Vervolgens kan op onderdelen daarvan worden bijgestuurd met passende interventies.

Persoonlijke factoren

Dit betreft bijvoorbeeld de wijze waarop iemand omgaat met zijn ziekte, de beleving daarvan, zijn leefstijl en zijn probleemoplossende strategie.

De arbeidsdeskundige heeft in het onderzoek rekening gehouden met mogelijke leeraspecten. De duurzame inzetbaarheid van ouderen is op positieve wijze te beïnvloeden door te blijven leren. Door deze specifieke ziekte was het aanleren van nieuwe kennis en vaardigheden echter geen reële optie.

Externe factoren

Dit betreft bijvoorbeeld de thuissituatie, de mate van sociale steun, zijn burgerlijke staat/relatie en zijn zorgtaken, financiële situatie en vrijetijdsbesteding.

De arbeidsdeskundige heeft in de persoonlijke sfeer of in de (externe) omgeving van betrokkene geen belemmerende factoren gesignaleerd. Positief was juist dat zijn vrouw meeging op gesprek, net als dat werknemer in zijn vrije tijd sportief bezig was.

Werkcontext

Dit betreft bijvoorbeeld het verlagen van de arbeidsbelasting door meer regelmogelijkheden, het aanpassen van de taakinhoud en het aantal werkuren en werkplekinterventies. Hierbij is enig inzicht in de aard van de ziekte van belang. De werkgever heeft in deze casus relevante aanpassingen in de bestaande werkcontext voorgesteld en deze zijn door de arbeidsdeskundige bekeken en getoetst. Met de verworven inzichten zou de werkgroep geen andere dan de gehanteerde aanpak adviseren.

De arbeidsdeskundige heeft in deze casus de methodiek zonder geautomatiseerd systeem toegepast. Dit is na een goede toelichting bruikbaar gebleken. Het verdient aanbeveling dat alle arbeidsdeskundigen deze methode aanleren en toepassen. Dit is te realiseren door een korte, eenvoudige training, aangevuld met een concrete handleiding of een stappenplan.

Accepteer de voorwaarden

Gebruik van dit werk is toegestaan conform licentie creative commons CC-BY-4.0. Deze gebruikslicentie vervalt zes maanden na het verschijnen van een nieuwe editie van het werk. Het auteursrecht op dit werk berust bij de Staat der Nederlanden, ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.


Download document Download document