Re-integratie in eigen functie van werknemer met leeftijdsgebonden progressieve aandoening
Casus rapportage

Onderzoekskader / aanleiding onderzoek

In verband met een verminderde belastbaarheid en een toenemende functioneringsproblematiek vraagt de werkgever te onderzoeken of de werknemer nu of in de toekomst nog geschikt is voor het eigen werk. En als dat niet het geval is, welke andere mogelijkheden er dan nog zijn.

Onderzoeksvraag

De werkgever wil weten:

  • is het eigen werk passend?

  • zo nee, zijn er andere mogelijkheden om de werkzaamheden aan te passen?

  • zo nee, zijn er andere passende functies bij de eigen werkgever?

  • zo nee, welke mogelijkheden zijn er voor andere arbeid bij een andere werkgever?

Onderzoek

De casus betreft een 60-jarige man die werkzaam is als 1e autotechnicus. Hij is uitgevallen als gevolg van fysieke en mentale beperkingen. Vanaf zijn eerste arbeidsongeschiktheidsdag heeft de medewerker aangepaste werkzaamheden uitgevoerd. In de re-integratieperiode zijn verschillende periodes van volledige uitval geweest als gevolg van diverse ingrepen. Na herstel hiervan heeft de medewerker zijn aangepaste werkzaamheden weer opgebouwd tot zes uur per dag.

Uitgevoerde onderzoeksactiviteiten arbeidsdeskundige

De arbeidsdeskundige heeft de dossiergegevens bestudeerd, overleg gehad met de casemanager en gesprekken gevoerd met de werkgever en de werknemer. Daarnaast heeft de arbeidsdeskundige een bedrijfsbezoek afgelegd en een rondgang door het bedrijf gemaakt.

Visie klant

De arbeidsdeskundige heeft een gesprek gevoerd met de werknemer en zijn vrouw, op locatie van de werkgever. De medewerker vertelt dat het door de steekproeven van de APK-keuringen door Rijksdienst voor Wegverkeer, duidelijk werd dat hij in het werk steeds meer fouten maakte. Van het gesprek met zijn werkgever dat daarop volgde, is hij erg geschrokken. Hij had zijn problemen ook met zijn echtgenote besproken, zij had al eerder gesignaleerd dat het met hem niet goed ging. De werknemer kon bijvoorbeeld de weg niet meer vinden bij het autorijden, had last van een verminderde concentratie, was sneller moe en liet klusjes liggen.

Vervolgens zijn diverse onderzoeken uitgevoerd naar de oorzaak van zijn problemen. Het resultaat hiervan was de diagnose van een progressieve aandoening. Een aandoening die binnen de familie bekend was.

Op advies van huisarts en bedrijfsarts werkt de medewerker al langere tijd minder uren. Hij voert nu alleen nog APK-keuringen uit (dus zonder reparaties en dergelijke) en dat gaat goed. Zijn keurmeestercertificaat moet over negen maanden worden verlengd (vanwege de verplichte heroriëntatie elke drie jaar). Daarvoor moet hij een test doen met tien praktijkvragen en zestig theorievragen. De medewerker verwacht dat wel aan te kunnen.

Visie leidinggevende/werkgever van klant

Ruim vóór de eerste ziektedag liep de kwaliteit van werken fors terug, zo bleek uit de steekproeven van de Rijksdienst voor Wegverkeer (RDW). In eerste instantie werd dat gezien als slecht functioneren, verwijtbaar aan de werknemer zelf. Dat leidde tot diverse gesprekken tussen werkgever en werknemer en tot waarschuwingsbrieven van de werkgever aan de werknemer. Later bleek het verminderde functioneren een gevolg te zijn van een medische aandoening. In een gesprek tussen werkgever, werknemer en de casemanager is de problematiek uitgesproken en zijn er afspraken gemaakt over een andere indeling van het werk.

Besloten werd om het takenpakket van de werknemer terug te brengen tot routinematige zaken (APK-keuringen). Dit om het afbreukrisico van fouten te verkleinen. Hiervan kan alleen in opdracht van de directie worden afgeweken, bijvoorbeeld als er geen keuringen te doen zijn, of wanneer een klant moet worden opgehaald of een auto moet worden weggebracht. Het kost de medewerker moeite om zich hieraan te houden, hij wil graag een wachtende klant of zijn collega’s helpen.

In de zes uur die de medewerker nu per werkdag werkt, is hij weer gemotiveerd en werkt hij zonder fouten. De werkgever heeft een extra interne controle ingebouwd omdat RDW slechts 3% van de gekeurde auto’s steekproefsgewijs controleert. Alle auto’s die naast de keuring ook een onderhoudsbeurt krijgen (ongeveer 25%), worden ook door een collega gecontroleerd.

Zolang de kwaliteit van de keuringen niet achteruit gaat, kan de werkgever de medewerker zijn functie op deze manier blijven aanbieden. Samen geven de steekproef van RDW (3%) en de interne controle (25%) een goede indicatie van het verloop van de beperkingen van de medewerker.

Er is ook gesproken over de loonwaarde in het verzuimsysteem. De medewerker is voor 20% hersteld gemeld. Dat zou betekenen dat van de 6 uur aanwezigheid er 1,6 uur (20% van 8 uur) als productief zijn te beschouwen. Dat lijkt niet reëel. De medewerker is in principe de enige keurmeester. Alleen bij zijn afwezigheid of extreme drukte springt een collega bij als keurmeester. Dat betekent dat de medewerker bijna alle keuringen zelf uitvoert. Om tot een meer reële loonwaarde te komen is daarom een loonwaardeberekening gemaakt.

Omschrijving van de beperkingen en mogelijkheden

De bedrijfsarts geeft aan dat werknemer lijdt aan een degeneratieve aandoening. De medewerker is blijvend beperkt in het:

  • persoonlijk functioneren (hij heeft moeite met concentreren, met het verdelen van zijn aandacht en met herinneren; hij is aangewezen op werk waarbij hij niet wordt afgeleid door activiteiten van anderen, op een voorspelbare werksituatie, op een werksituatie zonder veelvuldige storingen en onderbrekingen en zonder hoog handelingstempo en hij is beperkt in het aanleren van nieuwe vaardigheden/technieken).

  • sociaal functioneren (het hanteren van emotionele problemen van anderen, het uiten van de eigen gevoelens, het omgaan met conflicten, samenwerken, is aangewezen op werk waarin hij kan terugvallen op collega’s of leidinggevenden, en kan alleen werken in een klein team met een regulerende, structurerende leiding).

  • aanpassen aan fysieke omgevingseisen (trillingsbelasting).

  • verrichten van dynamische handelingen (frequent buigen, duwen of trekken, tillen of dragen, frequent zware lasten hanteren, klimmen).

  • werken in een statische houding (staan, staan tijdens het werk).

  • duur en aard van zijn werkdag (maximaal zes uren per dag, gemiddeld ongeveer dertig uur per week en niet in staat om te werken in ploegendiensten , late diensten en nachtdiensten).

Resultaten werkplekonderzoek

Werkgever is een universeel garagebedrijf, dat haar diensten verleent op het gebied van reparaties, onderhoud, APK-keuringen en roetmetingen van personenwagens tot lichte bedrijfswagens, caravans en campers, 40km-wagens en aanhangers. Het bedrijf heeft zich gespecialiseerd in het inbouwen van autogasinstallaties voor alle merken auto's voor bedrijven en particulieren. Het personeelsbestand bestaat uit:

  • Directeur (2) – acquisitie, planning, inkoop en aansturen personeel.

  • Automonteur (5) – eerste en tweede autotechnicus.

  • Administratief medewerker (2) – offertes, facturatie, magazijnbeheer.

Betrokkene is 1e autotechnicus en voor 90% van zijn tijd werkzaam als APK-keurmeester. Als er voorheen tijd over was of minder aanbod van te keuren auto’s, verrichtte hij kleine reparaties. Zoals het verwisselen van lampen, ruitenwissers, banden of accu’s. Of hij bracht auto’s weg.

Een APK-keurmeester controleert of auto's technisch veilig zijn en of ze aan de milieueisen voldoen. Dit doet hij aan de hand van een checklist, waarna hij zijn bevindingen op het keuringsformulier vermeldt. Na afloop van de keuring voert hij de resultaten in het computersysteem van het RDW in. De keurmeester moet hierbij zorgvuldig werken. Er zijn verschillende soorten checklists, afhankelijk van type voertuig en bouwjaar. De meeste keuringen vinden ad-hoc plaats, klanten hoeven niet per se eerst een afspraak te maken. Er vinden gemiddeld ongeveer tien keuringen per dag plaats.

Loonwaardeberekening: Deze loonwaarde berekening is opgesteld met het commentaar van de loonwaarde-expert commentator Mark Schouten CEC UWV

Stap 1. De te waarderen functie betreft het feitelijke werk, waarin rekening is gehouden met de huidige beperkingen. In dit geval betreft dit het uitvoeren van APK-keuringen voor 100% van de tijd.

Stap 2. De normfunctie betreft de functie vóór uitval, namelijk die van APK-keurmeester (zie cao). De taken in de normfunctie betreffen:

1. APK-keuringen

90%

2. Onderhoud/reparaties

10%

Totaal

100%

Stap 3. Loonwaarde bij de normfunctie

Tempo: 30 minuten per keuring, dus twee keuringen per uur = 100%.

Kwaliteit: 3% van de keuringen wordt door RDW steekproefsgewijs gecontroleerd, waarvan uit landelijk onderzoek blijkt dat 33% onterecht wordt goedgekeurd, dus 1% op totaal wordt zichtbaar als fout. De norm is dus 99%.

Inzetbaarheid: 40 uur per week/8 uur per dag bij fulltime contract = 100%.

Stap 4. Loonwaarde in de praktijk

Tempo: 40 minuten per keuring, dus 1,5 keuringen per uur = 75,00%.

Kwaliteit: bij een 100% controle in de praktijk blijken er geen onterechte goedkeuringen, dus realisatie = 100,00%.

Inzetbaarheid: 30 minuten extra instructie/begeleiding per dag waardoor hij minder beschikbaar is voor werk = (8:00 – 0:30)/8:00 uur = 93,75%.

Stap 5. Prestatieverlies

Tempo 1,5 : 2 = 75,00 %.

Kwaliteit 100 : 99 = 101,00%, deze wordt afgetopt tot 100,00% max.

Inzetbaarheid = 93,75% : 100% = 93,75%.

Stap 6. Werkelijke additionele kosten bestaan uit de structurele een-op-een nacontrole van de keuringen die in combinatie met een onderhoudsbeurt worden uitgevoerd

Gemiddeld worden 2,5 van de 10 keuringen gecombineerd met een onderhoudsbeurt, dat is 2,5 : 10 = 25%. Per dag vinden gemiddeld 10 keuringen plaats. Een nacontrole kost gemiddeld 10 minuten extra, dus 2,5 x 10 minuten = 25 minuten per dag. Bij gemiddeld 21,75 werkdagen per maand is dat 543,75 minuten (9,0625 uur) per maand.

Stap 7. Totale arbeidsprestatie, uitgaande van een gelijke weging van de afzonderlijke factoren afgezet in onderstaande tabel (volgens de UWV-rekenformule)

Taak

Tijd norm

Tijd werknemer

Tempo

Kwaliteit

Inzetbaarheid

Loonwaarde (T x K x I)

1

90%

100%

75,00%

100,00%

93,75%

70,31%

2

10%

0

0

0

0

0

totaal

100%

100%

70,31%

Deeltijd- factor

6 uur = 75% : 8 uur

52,73%

Stap 8. Advies om loonwaarde te vergroten

Er zijn geen zaken opgevallen die de huidige arbeidsprestatie (nadelig) beïnvloeden en die eventueel zijn aan te passen.

Beschouwing en visie van de arbeidsdeskundige

De medewerker is een 60-jarige man die werkzaam is als 1e autotechnicus. Hij viel uit met door de bedrijfsarts vastgestelde beperkingen ten aanzien van persoonlijk en sociaal functioneren, aanpassingen aan fysieke omgevingseisen, dynamische handelingen, statische houdingen en een beperking in de werktijden. De arbeidsdeskundige heeft een visie ontwikkeld op basis van de tijdens het onderzoek verkregen gegevens, de analyse van de organisatie en functie en afweging van de belastbaarheid versus de functionele belasting.

Geschiktheid eigen werk, eventueel met hulpmiddelen of aanpassing

Kijkend naar de belastbaarheid zoals die recent is opgesteld door de bedrijfsarts, de belasting van het werk en de relevante knelpunten en belemmeringen kan het volgende worden geconcludeerd:

  • De medewerker is beperkt in het aantal werkbare uren. Hierdoor is zijn eigen functie in de volle contractomvang sowieso niet passend. Het is voor hem wel mogelijk de werkzaamheden van APK-keurmeester in deeltijd te verrichten. Op dit punt is de functie passend te maken. Bij de keuringswerkzaamheden wordt de belastbaarheid op het gebied van staan, duwen en trekken, tillen en dragen en frequent buigen bij een zes-urige werkdag niet overschreden. Er kan tot nu toe goed worden voldaan aan de voorwaarden in persoonlijk en sociaal functioneren. Deze werkzaamheden zijn dus passend.

  • De beperkte fysieke belastbaarheid kan bij overige reparatiewerkzaamheden wel een knelpunt vormen. Bijvoorbeeld als er onderdelen met veel kracht moeten worden losgemaakt of vastgezet. Daarnaast zijn er beperkingen in zijn persoonlijk en sociaal functioneren, die een afgebakend en reeds bekend takenpakket vereisen. Dat maakt de belasting bij reparatiewerkzaamheden groter dan de belastbaarheid van de medewerker. Medewerker is hierdoor niet geschikt voor onderhoud- en reparatiewerk (ongeveer 10% van zijn takenpakket).

Mogelijkheden andere passende functie bij de eigen werkgever

Een alternatieve interne functie op of onder het niveau van de medewerker betreft een beperkt pakket aan administratieve werkzaamheden. De medewerker beschikt niet over de daarvoor benodigde kennis en ervaring. De medewerker is hierdoor aangewezen op onder andere afgebakende en bekende taken.

Het aanleren van nieuwe vaardigheden/technieken of kennis lukt vanwege zijn beperkingen niet meer. Van om- of bijscholing is dan ook geen effect te verwachten.

Mogelijkheden andere functie bij een andere werkgever

Alternatieve functies die mogelijk passend zouden kunnen zijn, betreffen eenvoudig inpakwerk of licht montagewerk. Op voorwaarde dat hij hierbij staan, zitten en lopen kan afwisselen. Voor zover deze functies met een lager werktempo op de vrije markt zijn in te vullen, kennen ze een lagere loonwaarde dan wat de medewerker in zijn huidige situatie kan realiseren.

Een andere functie en/of andere werkgever biedt dan ook geen beter arbeidsperspectief of een hogere loonwaarde bij deze progressieve aandoening.

Conclusies arbeidsdeskundige

Op basis van het onderzoek, analyses en beschouwing komt de arbeidsdeskundige tot de volgende conclusies:

  1. De medewerker heeft in alle taken te maken met beperkingen waardoor hij ongeschikt is voor de functie van 1e autotechnicus in de volle contractomvang.

  2. Het is mogelijk de functie aan te passen door de medewerker maximaal zes uur per dag werkzaam te laten zijn in zijn reeds bekende taak van APK-keurmeester.

  3. Er zijn geen andere passende functies of werkzaamheden bij de eigen werkgever.

  4. Er zijn geen andere functies bij een andere werkgever op de vrije arbeidsmarkt mogelijk die een beter arbeidsperspectief of hogere loonwaarde bieden bij deze progressieve aandoening.

Advies en vervolgstappen arbeidsdeskundige

De medewerker werkt momenteel zes uur per dag in de werkzaamheden van APK-keurmeester. Werkgever kan deze aangepaste werkzaamheden blijven aanbieden zolang de medewerker geen onevenredige fouten maakt, waardoor onnodig extra risico’s ontstaan. Dit is goed meetbaar via de steekproefsgewijze controle door RDW en de interne 100% controle van de keuringen die worden gecombineerd met een onderhoudsbeurt.

De arbeidsdeskundige adviseert werkgever en werknemer op deze wijze de re-integratie te blijven vormgeven en dat ook vast te leggen in een bijstelling van het plan van aanpak, met als einddoel ‘terugkeer naar aangepast eigen werk’.

Tevens dient de loonwaarde in het verzuimsysteem te worden vastgelegd. Op dit moment gaat dit om een gerealiseerde loonwaarde van 53%. Met een periodieke toetsing van de gerealiseerde loonwaarde (daadwerkelijke productiviteit) kan ook een eventuele achteruitgang in de belastbaarheid bijtijds worden opgemerkt.

De arbeidsdeskundige adviseert de medewerker om aan het einde van de wachttijd een WIA-uitkering aan te vragen. Op deze manier kan hij na 104 weken (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid mogelijk een aanvulling op zijn inkomen uit arbeid ontvangen.

Tenslotte raadt de arbeidsdeskundige aan dat werkgever, werknemer en casemanager deze rapportage en bovenstaande conclusies en adviezen bespreken en de afspraken die ze er vervolgens over maken vastleggen.

Accepteer de voorwaarden

Gebruik van dit werk is toegestaan conform licentie creative commons CC-BY-4.0. Deze gebruikslicentie vervalt zes maanden na het verschijnen van een nieuwe editie van het werk. Het auteursrecht op dit werk berust bij de Staat der Nederlanden, ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.


Download document Download document