Meer kleinschalige wetenschappelijke onderzoeken van start

Met kleinschalig onderzoek vult het AKC het gat op tussen praktijk en wetenschappelijk onderzoek. In hun werk zijn arbeidsdeskundigen vaak al onderzoekend bezig en wetenschappelijk onderzoek naar de eigen beroepspraktijk sluit daar perfect bij aan. Maar niet iedereen heeft tijd voor een promotietraject van 4 tot 6 jaar. Daarom faciliteert het AKC arbeidsdeskundigen om kleinschalig wetenschappelijk onderzoek te doen, met een maximale looptijd van een jaar en een belasting van 1 tot 2 dagen per week. De eerste collega’s zijn inmiddels met hun onderzoeken gestart of staan in de startblokken. 3 arbeidsdeskundigen geven uitleg over hun onderzoek en de vragen uit de praktijk die ze willen beantwoorden.

Top 5 belemmeringen met passende interventies
Mark Schouten, beleidsadviseur arbeidsdeskundige, Centraal Expertise Centrum UWV Amsterdam

Als beleidsadviseur is Mark op het thema loonwaardebepaling verantwoordelijk voor het vertalen van de wet- en regelgeving naar het praktisch handelen van arbeidsdeskundigen. ‘Daarbij moeten arbeidsdeskundigen de werkgever adviseren over de optimalisatie van de economische prestatie van een cliënt en de duurzaamheid van de arbeidsrelatie. Vaak is het advies om een jobcoach in te schakelen, maar dat is meestal een ingewikkelde en lange weg. Ik vroeg me in de loop der jaren steeds vaker af of er geen interventies zijn die beter aansluiten.’

‘In mijn onderzoek wil ik eerst komen tot een lijst van de 5 belangrijkste belemmeringen bij cliënten waar arbeidsdeskundigen mee te maken hebben. Deze haal ik uit de literatuur en deels zijn het mijn eigen ervaringen. Ik toets ze aan de hand van interviews met arbeidsdeskundigen. Daarna ga ik op zoek naar passende interventies die arbeidsdeskundigen kunnen gebruiken in het werk. Daarmee krijgen zij een brede scope aan mogelijkheden die zij in hun advies kunnen gebruiken.’

‘Ik vind het belangrijk dat mijn onderzoek bruikbaar is in de dagelijkse praktijk van arbeidsdeskundigen. Bijvoorbeeld doordat ze de interventies snel kunnen opzoeken in een infographic of, nog mooier, een app. Die levert dan een oplossingsrichting op hoofdlijnen, want arbeidsdeskundigen stemmen de interventies natuurlijk altijd af op de persoonlijke context van een cliënt.’

De meerwaarde van eerdere inzet arbeidsdeskundige
Astrid Smeets-Paauw, arbeidsdeskundige, Arbeidsdeskundig Bureau Radar

Astrid is gespecialiseerd in letselschade en werkt mee aan een door het AKC geïnitieerd wetenschappelijk onderzoek. ‘We hebben het idee dat verzekeraars en belangenbehartigers de arbeidsdeskundige niet altijd op tijd of op de beste manier bij cases betrekken. Als mensen bijvoorbeeld een ongeluk hebben gehad, vragen verzekeraars vaak pas advies wanneer zij hun baan dreigen te verliezen of WIA moeten aanvragen. Terwijl het doel eigenlijk terugkeer in eigen werk of onderneming zou moeten zijn. Daaraan kunnen we als arbeidsdeskundigen pas echt positief bijdragen als letselpartijen ons vroegtijdig inschakelen.’

‘Daarom onderzoeken we nu in hoeverre arbeidsdeskundigen eerder of beter ingezet kunnen worden bij dit soort dossiers. Bijvoorbeeld omdat ze de kans op miscommunicatie tussen werkgevers en werknemers kunnen verkleinen, gesprekken in goede banen kunnen leiden of een vraagbaak voor werkgevers kunnen zijn. We onderzoeken nadrukkelijk ook de meerwaarde voor ondernemers. Want zzp’ers hebben zelden een particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekering en kunnen ook niet terugvallen op begeleiding bij re-integratie. Terwijl de arbeidsdeskundige die hulp wel kan bieden.’

‘We zitten nu in de opstartfase. We brengen de stakeholders in kaart, doen een eerste nulmeting op basis van dossiers en zetten het onderzoek aan de hand daarvan verder op. Het mooie van dit kleinschalig wetenschappelijk onderzoek is dat we het kunnen staven met gegevens.’

Ontwikkelcultuur arbeidsdeskundigen versterken
Erika Anghel, arbeidsdeskundige, UWV Leiden

Erika vindt het belangrijk dat arbeidsdeskundigen zich actief blijven ontwikkelen en professionaliseren. ‘Niet alleen voor onze certificering en registratie, maar ook omdat er steeds meer vraagstukken op ons afkomen. Ik verbaasde me er dan ook over dat er bij het AKC signalen zijn binnengekomen dat niet alle arbeidsdeskundigen die ontwikkelingsbereidheid ervaren. Het lijkt erop dat sommige collega’s bijscholing niet prettig vinden, er geen tijd voor hebben of om andere redenen niet kunnen of willen bijscholen. Daarom onderzoeken we hoe representatief die signalen zijn en wat mogelijke oorzaken en oplossingen zijn.’

‘Met ons onderzoek willen we bijdragen aan een sterkere ontwikkelcultuur onder arbeidsdeskundigen. We hopen inzicht te krijgen in de mate van ontwikkelingsbereidheid onder arbeidsdeskundigen. We willen weten waarom animo of energie voor bijscholing ontbreekt. Voor mij is het belangrijk dat het onderzoek niet puur cijfermatig is. Ik wil arbeidsdeskundigen, beroepsverenigingen en kennisinstituten praktische handvatten aanreiken waarmee ze ontwikkelingsbereidheid kunnen herkennen, borgen en stimuleren.’

‘Ik werk samen met onderzoeksbureau ZINZIZ. We zijn gestart met een literatuuronderzoek en interviews met deskundigen. Ook hebben we een vragenlijst opgesteld en gaan we sessies met arbeidsdeskundigen organiseren waarin we samen die praktische handvatten willen opstellen. In 2024 staat de uitgebreide analyse en het opstellen van de eindproducten gepland. Het is mijn eerste wetenschappelijk gerichte onderzoek en ik leer er veel van. Hopelijk kan ik de opgedane kennis en ervaring toepassen bij toekomstige onderzoeken.’

Eerder vertelden 3 andere arbeidsdeskundigen al over hun onderzoek. Lees het in dit artikel.