Technologie wordt steeds belangrijker bij het inzetbaar krijgen of houden van mensen. Wat is er allemaal al beschikbaar? En hoe maak je dit alles toegankelijk voor arbeidsdeskundigen? Dat zijn vragen waarover de AKC-kerngroep Technologisering zich buigt. Dat het daarbij niet altijd om exoskeletten of ander dure voorzieningen hoeft te gaan, blijkt uit het verhaal van Paul Knoester, register-expert personenschade bij Nationale Nederlanden. Dankzij laagdrempelige technologische hulpmiddelen en een topsportmentaliteit is hij een jaar na zijn ooginfarct weer vrijwel volledig aan de slag.
In zijn jonge jaren speelde Paul Knoester waterpolo op het hoogste niveau. Zijn topsportmentaliteit heeft hij het afgelopen jaar hard nodig gehad om mentaal en – voor zover mogelijk – fysiek te herstellen van een ooginfarct. ‘Ik had er nooit van gehoord’, zo blikt hij terug. ‘Ik begon wat last te krijgen van mijn ogen en dacht dat het aan mijn lenzen lag. De opticien en de optometrist konden niets ontdekken. Ze zeiden: wacht maar even af. Maar mijn vrouw is niet zo van het afwachten en zei: je moet naar de huisarts. Die stuurde mij door naar het oogziekenhuis in Rotterdam, waar ik heel snel terecht kon. De oogarts concludeerde meteen dat het mis was. Het bleek een ooginfarct. Later is mij uitgelegd wat dat betekent. Door de oogzenuw lopen bloedvaten en die zijn afgekneld geweest, waardoor er blijvende schade is opgetreden in de oogzenuw.’
Moeite met lezen
Als gevolg hiervan mist er een deel in de onderkant van zijn gezichtsveld van zijn rechteroog. ‘Alsof er met een dikke zwarte stift een rechte streep is gezet.’ Bijkomend probleem is dat zijn andere oog lui is. ‘Ik kan wel diepte zien, maar letters moeten wel erg groot zijn wil ik ze kunnen ontcijferen.’ Omdat Paul rondom het brandpunt wel volledig zicht heeft, bevatte hij in het begin de volle omvang van de schade niet. ‘Maar al snel merkte ik met lezen dat het automatiseren niet meer goed ging. Ik kreeg dus een groot probleem met lezen. Lastig, want een belangrijk deel van mijn werk bestaat uit lezen.’
Niet opgeven
Ondanks zijn leesprobleem ging Paul meteen weer aan het werk. ‘Ik ben niet zo van het opgeven.’ Maar hij merkte dat het werk hem onevenredig veel energie kostte en dat hij fouten ging maken. ‘Ik heb mij toen ziek moeten melden en werd meteen weer opgeslokt door het medisch circuit. Er waren elke dag wel onderzoeken. Aan de ene kant naar de oorzaak, aan de andere kant naar mogelijke oplossingen. Gelukkig kreeg ik van mijn werkgever alle tijd. Dat was wel ontzettend prettig.’
Hulp
Omdat er van medisch oogpunt niet veel meer gedaan kon worden, werd Paul door het oogziekenhuis verwezen naar Koninklijke Visio. ‘En daar heb ik enorm veel baat bij gehad. In eerste instantie was ik volledig in paniek, en dat ben ik niet zo snel. Bij Visio zijn we gaan kijken waar ik het meest mee geholpen zou zijn. En dat bleek eigenlijk een reeks kleine oplossingen voor een groot probleem. Ik kreeg hulp van ICT-deskundige Gerard van Rijswijk. Hij zei: “Neem je laptop mee en laat zien hoe je werk eruitziet.” De expert wees hem onder meer op het gebruik van sneltoetsen, zoals de Ctrl-Alt-L combinatie in Windows, waardoor je een vergrootglas krijgt. Ook tipte hij Envision, een app die omschrijft wat er in je omgeving te zien is en teksten voorleest.’
Ook de kennis van adviseur arbeid Sara Meijs kwam goed van pas. Paul: ‘Het klinkt voor de hand liggend, maar iemand moet je erop wijzen: de teksten die je voor je neus krijgt zijn telkens weer anders. De ene keer kijk je op je telefoon, dan weer op je beeldscherm. Soms is de tekst gescand of uitgeprint. Er zijn verschillende lettertypes, achtergronden en papierkleuren. Het advies dat ik kreeg was: probeer te zoeken naar wat je het beste helpt. Soms moet je een leesbril erbij opzetten, soms even vergroten of uitprinten. Of doe de lamellen dicht zodat er geen licht op je beeldscherm valt. Dat navigeren tussen verschillende kleine hulpmiddeltjes helpt me enorm, maar het proces kostte mij wel enorm veel energie. Naar mate je vaardiger wordt, kost het minder energie en weet je bijna automatisch wat je moet doen.’ Kortom: de beperkingen zijn hetzelfde gebleven, maar Paul kan er door oefening en ervaring nu beter mee omgaan.
Oplossingen
Als het om technologische hulpmiddelen gaat, gebruikt Paul nu veel meer en vaker sneltoetsen dan hij gewend was. Ook print hij vaker dingen uit om te lezen. ‘Daarnaast gebruik ik Dragon spraakherkenningssoftware. Het verslag van mijn bezoek aan een slachtoffer en een belangenbehartiger spreek ik in en zet ik via spraakherkenning in het systeem. Deze ruwe versie maak ik de volgende dag netjes, wanneer ik weer fris en uitgerust ben. Dankzij spraakherkenning hoef ik veel minder te schakelen tussen lezen en schrijven, waardoor ik energie overhoud.’
Vertrouwen
Positief aan de begeleiding door Visio was ook dat Paul allerlei hulpmiddelen kon testen zonder dat hij ze meteen moest aanschaffen. Ook bekeken ze de werkplek en testten ze de verlichting. ‘Een loeplamp werkt voor mij niet prettig. Wel hebben we andere achtergrondkleuren gekozen voor mijn telefoon en laptop. Daar gebruik ik nu permanent de nachtstand. Het is een zoektocht geweest naar wat in mijn situatie het meest praktisch is. Daarbij heb ik veel steun gehad aan de bedrijfsarts en mijn werkgever. Deze sprak zijn vertrouwen uit en gunde mij alle tijd en middelen om te komen waar ik nu sta. Als dat niet zo was geweest, was ik zeker gefrustreerd geraakt.’
De arbeidsdeskundige kan in dit soort casussen een belangrijke, ondersteunende rol spelen. Bijvoorbeeld door de cliënt en andere betrokkenen de weg te wijzen en zelfs al voorstellen te doen voor technologische hulpmiddelen. Richting werkgever heeft de arbeidsdeskundige een voorlichtende rol. Ook een werkplekonderzoek hoort daarbij.