Hoe help je een werknemer die al weken verzuimt? Welke vragen mag je volgens de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) wél stellen? En wat is het beste moment voor re-integratieadvies? De arbeidsdeskundige geeft antwoord.
Als werkgever, HR-professional of casemanager heb je te maken met werknemers die verzuimen. Van een paar dagen thuis met griep of een gebroken enkel tot weken afwezig door rugklachten, een psychische aandoening of ernstige ziekte. Verzuim hoort erbij, je bent erop berekend. En in veel gevallen lost het zich vanzelf op. Maar als het verzuim langer lijkt te duren of de re-integratie stagneert, wordt het soms ingewikkelder.
Wat is het beste moment voor re-integratieadvies?
Veel werkgevers, HR-professionals en casemanagers proberen langdurig ziekteverzuim eerst zelf op te lossen. Terwijl een arbeidsdeskundige van grote waarde kan zijn, voor de medewerker en voor de organisatie. Zo zijn de kosten van een arbeidsdeskundige op de lange termijn een stuk lager dan de kosten voor langdurig verzuim.
Een goed moment om voor het eerst een arbeidsdeskundige in te schakelen voor re-integratieadvies is 12 tot 16 weken na uitval. In die periode kunnen gesprekken tussen de arbeidsdeskundige, de werknemer en de werkgever het verschil maken. Als het er daarna nog niet op lijkt dat de werknemer op korte termijn weer zal terugkeren op de werkvloer, is het zinvol om te kijken naar gestructureerde verzuimbegeleiding. Ook hier speelt de arbeidsdeskundige een centrale rol tussen alle betrokken partijen: werknemer, werkgever en bedrijfsarts.
Werknemers die lang weg zijn van de werkvloer ervaren vaak een barrière om weer te starten met werk. Hoe langer iemand niet op het werk is geweest, hoe moeizamer het opbouwen vaak gaat. De werknemer (en de werkgever) kan dan vaak wel wat hulp gebruiken. Arbeidsdeskundigen geloven dat werk, in de meeste gevallen, een onderdeel kan zijn van herstel.
Wat mag je werknemers wél vragen tijdens de re-integratie?
Meldt een werknemer zich ziek, dan hoeft iemand niet te delen wat hij of zij heeft. Daar is de AVG duidelijk over. Maar wat een werkgever wél mag vragen, is minder duidelijk. Die onduidelijkheid kan leiden tot een gebrek aan kennis over wat een werknemer wel en niet kan. Dat is zonde, want door vragen te stellen en goed te luisteren kun je verzuim verkorten en de terugkeer versoepelen.
Als een werknemer nog niet zo lang is ziek gemeld, kan een werkgever starten met – naar alle redelijkheid – vragen hoelang de werknemer denkt dat het verzuim zal duren. Daarnaast kun je als werkgever vragen of de werknemer denkt bepaalde taken wel te kunnen uitvoeren. Kan hij of zij bijvoorbeeld vanuit huis al wat werkzaamheden oppakken? Let er wel goed op dat je als werkgever met deze vragen geen extra druk op de werknemer uitoefent.
Na 6 weken komt de bedrijfsarts in beeld. De bedrijfsarts kan gericht advies geven over wat de werknemer wel of niet kan. Uiteraard blijf je als werkgever dan nog steeds ook zelf in overleg met de werknemer. Wat denkt een werknemer zelf dat hij of zij aankan? Heeft de werknemer nog een vraag waarbij je hem of haar kunt helpen?
Dus waar kan de arbeidsdeskundige mee helpen bij re-integratie?
Een arbeidsdeskundige biedt ondersteuning bij de re-integratie. Hij of zij gaat zowel in gesprek met de werknemer als de werkgever en de bedrijfsarts. Een onderdeel daarvan is het bezoeken van de werkplek. In overleg met de bedrijfsarts kan de arbeidsdeskundige kijken wat de werknemer wel of niet kan en welke aanpassingen in het werk of alternatieve taken op dat moment al mogelijk zijn. Een arbeidsdeskundige kan ook praktisch bekijken welke taken een werknemer wel of niet kan doen op basis van de ervaren belastbaarheid en vervolgens adviseren over een goede opbouw.
Daarnaast kan een arbeidsdeskundige adviseren over de inzet van een 2e spoor traject en het aanvragen van een WIA-uitkering (waaronder een vervroegde IVA-uitkering).