In een recent opiniestuk in Het Parool wordt bepleit dat de bedrijfsarts niet langer moet functioneren als poortwachter in het re-integratiestelsel, maar dat de focus veel meer moet liggen op preventie. Volgens de auteur raken bedrijfsartsen steeds meer verstrikt in administratieve verplichtingen, waardoor er te weinig tijd overblijft voor vroegtijdige signalering en ondersteuning op de werkvloer.
Verschuiving naar controle en administratie
Het stuk signaleert dat bedrijfsartsen steeds vaker worden beoordeeld op hun rol binnen de Wet verbetering poortwachter. Daardoor komt de nadruk te liggen op toetsing, dossiervorming en formele procedures. De auteur stelt dat deze nadruk op controle de kwaliteit van begeleiding onder druk zet. Werkenden zouden baat hebben bij laagdrempelige, vroegtijdige ondersteuning, maar door gebrek aan tijd en capaciteit verschuift de aandacht naar het afronden van administratieve stappen.
Druk op het systeem
Daarnaast wordt beschreven dat het huidige re-integratiestelsel de werkdruk voor bedrijfsartsen verder verhoogt. Door personeelstekorten, een stijgende vraag naar begeleiding en oplopende wachttijden in de curatieve zorg, komt het systeem steeds meer onder druk te staan. De auteur waarschuwt dat dit leidt tot vertragingen en risico’s voor werkenden die ondersteuning nodig hebben om inzetbaar te blijven.
Pleidooi voor preventieve inzet
Het opiniestuk bepleit een fundamentele herwaardering van de rol van de bedrijfsarts. Preventie zou volgens de auteur centraal moeten staan: eerder in beeld komen, gezondheidsrisico’s bespreekbaar maken en werknemers ondersteunen voordat klachten leiden tot langdurige uitval. Dit vraagt volgens het artikel om meer tijd, minder administratieve belasting en duidelijkere grenzen tussen medische advisering en formele toetsing.
Lees het volledige artikel bij Het Parool.