Uitkeringsinstanties moeten niet alleen letten op het ontstaan van herziening en/of terugvordering van te veel betaalde uitkeringen, maar ook de financiële, sociale en psychische impact ervan op de burger. Dit is de essentie van een belangrijke uitspraak van de Centrale Raad van Beroep vandaag, schrijft de Rechtspraak. Daarnaast zal de rechter nu kritischer kijken naar het handelen van instanties om te verzekeren dat ze voldoende rekening houden met de menselijke maat.
Nieuwe opvattingen en toepassingen
De uitspraak markeert een verschuiving in de opvattingen over overheidsoptreden met betrekking tot herziening en terugvordering van uitkeringen die ten onrechte zijn betaald. Een specifieke zaak betrof een persoon met een Wajong-uitkering die te veel betaald had gekregen vanwege onjuiste verwerking van doorgegeven informatie over inkomsten uit werk en studiefinanciering. Dit leidde tot financiële problemen voor de persoon in kwestie, die geconfronteerd werd met een aanzienlijke terugbetalingsverplichting.
Een veranderend perspectief
Traditioneel werd 'dringende redenen' voor afzien van terugvordering zeer beperkt geïnterpreteerd door de Centrale Raad van Beroep, voornamelijk in uitzonderlijk schrijnende situaties. Echter, recente ontwikkelingen in maatschappelijke opvattingen over overheidsinterventies en de positie van de burger hebben geleid tot een heroverweging van dit standpunt.
Een intensievere toetsing
Gezien de kwetsbare positie van mensen in een uitkeringssituatie, zal de Raad nu intensiever toetsen of sprake is van dringende redenen voor afzien van terugvordering. Dit omvat een kritische evaluatie van de belasting die terugvordering op de burger legt en of dit het beoogde doel dient. Indien terugbetaling aanzienlijke financiële problemen veroorzaakt, kan dit een geldige reden zijn om geheel of gedeeltelijk af te zien van terugvordering.
Praktische implicaties
In de recente zaak oordeelde de Centrale Raad van Beroep dat het UWV onvoldoende aandacht had besteed aan de oorzaak van de te veel betaalde uitkering. Als gevolg van nalatigheid van het UWV liepen de terug te betalen bedragen op. Het UWV wordt nu opgedragen om opnieuw te kijken naar de zaak en te bepalen of er geldige redenen zijn om af te zien van terugvordering, waarbij ook het eigen aandeel van het UWV in het ontstaan van de schuld moet worden meegewogen.
Breder toepassingsgebied
Deze uitspraak heeft niet alleen gevolgen voor uitkeringen van het UWV, maar strekt zich ook uit tot andere uitkeringsinstanties zoals gemeenten en de Sociale Verzekeringsbank.