Ook qua concurrentie met vergelijkbare landen scoort Nederland goed, met name omdat in ons land veel innovatie plaatsvindt. Daarbij komt dat de digitale infra- structuur in Nederland bovengemiddeld is en het over- grote deel van de bevolking goed met ict overweg kan. Dat blijkt uit Europese vergelijkingsstudies.

In Barcelona wordt big data ingezet om de besproeiing van openbare parken, de verlichting van publieke ruimten en de inzet van mede- werkers voor het legen van afvalbakken te optimaliseren. Dat leidt tot minder elektriciteits- en waterverbruik en tot een schonere stad. Big data worden ook in de geneeskunde ingezet.

Wanneer gebruik wordt gemaakt van openbare telefoonnetwerken (3G en 4G) en openbare access points voor het versturen van bedrijfsinformatie is de kans op misbruik van gegevens zelfs nog groter.

barriers; high costs and poor access to financing for smaller firms; barriers to the reallocation of resources across firms and sectors; and a lack of interoperability of standards

Key barriers to the deployment of high-speed networks and services include the nature of the infrastructure itself (monopolies, duopolies), which can give rise to high barriers to entry.

De netto arbeidsparticipatie, ofwel het aandeel personen met een betaalde baan, heeft zich op vergelijkbare wijze ontwikkeld als de bruto arbeidsparticipatie. Dat geldt zowel voor mannen als voor vrouwen.

In fact, of organisations don’t say IT issues are a major barrier62% say organisational issues are a barrier60% 60% Employees are on the move – can you keep up? Workstyles are changing faster than most companies’ ability – or willingness – to support them.

successful adoption of new workstyles Source: Dimension Data of organisations say IT issues are a major barrier to successful adoption of new workstyles.

Vergelijkbare observaties keren terug bij Buyung-Chul Han (2010) Müdigkeitsgesellschaft.

Zou een aparte regeling die werknemers in zware beroepen in staat stelt eerder met pensioen te gaan hier een haalbare oplossing voor kunnen bieden? Zijn er goede, betrouwbare criteria om zware beroepen te kunnen onderscheiden van de overige beroepen? Is een dergelijk onderscheid ook uitvoerbaar en praktisch te hanteren? Wat kunnen we leren van ervaringen in andere Europese landen?