Leerstoel Arbeidsdeskundigheid

Tilburg University heeft op 1 maart 2017 Prof. dr. R.W.B. (Roland) Blonk benoemd op de leerstoel Arbeidsdeskundigheid en Inclusieve Innovatie van Arbeid. Lees hier zijn oratie, uitgesproken op 6 april 2018 en het daarbij behorende persbericht. Voorafgaand aan zijn oratie werd het symposium "Inclusieve Innovatie van Arbeid" gehouden. Met onder meer presentaties van Fred Zijlstra: 'Inclusieve organisaties: een nieuwe ontwikkeling' en Ruud Muffels: 'Innovatie in het participatiebeleid: de bijdrage van vertrouwensexperimenten in beeld'.

De leerstoel is mogelijk gemaakt door de Stichting Arbeidsdeskundig Kennis Centrum (AKC) en de Nederlandse Vereniging van Arbeidsdeskundigen (NVvA)

Het AKC wil met de leerstoel een extra impuls geven aan de noodzakelijke innovatie van evidence based kennis en methoden van de arbeidsdeskundige en aanverwante professies.

Promotieonderzoek krijgt daarin een belangrijke plaats. De hoogleraar heeft de afgelopen jaren diverse promotietrajecten opgezet.

De bijzondere leerstoel is ingebed in de Tilburg School of Social and Behavioral Sciences (TSB) en wordt verbonden aan zowel het departement Human Resource Studies als het departement Tranzo en in het bijzonder bij de Academische Werkplaats Arbeid en Gezondheid. Daarnaast is er nauwe samenwerking met het bijzondere lectoraat arbeidsdeskundigheid van de Hogeschool Arnhem Nijmegen.

Onderzoeksthema’s die Roland Blonk met de leerstoel aan de orde wil stellen, zijn onder meer:

  • Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in relatie tot de arbeidsparticipatie van mensen met een arbeidsbeperking.
  • Ontwikkeling van interventies die werkgevers helpen om stappen te zetten op de weg naar inclusief ondernemen.
  • Inzicht in de faciliterende en belemmerende factoren bij werkgevers waardoor arbeidsdeskundigen hen beter kunnen adviseren bij het maken van stappen naar inclusief ondernemen.

Bij de academisering van het arbeidsdeskundig vakgebied wordt o.a. de bruikbaarheid van het Capability concept en de rol van self-efficacy op het gebied van arbeidsparticipatie onderzocht.

Roland W.B. Blonk (1958) is één van de 30 Principal Scientists van TNO, waar hij mede verantwoordelijk is voor kennispositie en -strategie van TNO op het terrein van Arbeid, Innovatie en Inclusieve Samenleving. Roland Blonk studeerde klinische psychologie aan de Universiteit van Amsterdam, waar hij ook zijn promotieonderzoek deed.

Hiervoor was hij bijzonder hoogleraar op de, door TNO aan de Universiteit Utrecht ingestelde leerstoel Arbeidsparticipatie en Psychische Klachten, in het bijzonder activering en re-integratie.

Verbinding met de beroepsgroep

De arbeidsdeskundige beperkt zich volgens Blonk niet tot het perspectief van de werkzoekende/werknemer. Ook het perspectief van de werkgever speelt een belangrijke rol: “De arbeidsdeskundige werkt op het snijvlak tussen beide.”

In zijn onderzoek volgt Blonk dezelfde tweeledige aanpak. “Dat mensen moeite hebben werk te vinden, heeft twee aspecten. Je hebt de kenmerken van het individu én kenmerken van de arbeidsmarkt. Wil je het probleem aanpakken, dan moet je op beide aspecten innoveren.” Het levert andere vragen op dan hoe de positie van werkzoekenden/werknemers te verbeteren.

“Hoe kun je het op zo’n manier doen, dat het ook de bedrijfsvoering ten goede komt? Soms moet het werk op een andere manier worden ingericht. Niet alleen het werk zelf, maar ook de attitude van werkgevers.”

Een volgende stap richting academisering

Het doel van de leerstoel is om bewezen effectieve methoden te ontwikkelen. “Er is een aantal jaren een academisering aan de gang bij deze beroepsgroep. Deze leerstoel is de volgende stap. Voor veel methoden die arbeidsdeskundigen inzetten is meer wetenschappelijke onderbouwing nodig. En we moeten het verder uitbouwen met instrumenten en begeleidingsvormen.”

Ontwikkeling en onderzoek van instrumenten in sociaal ondernemen

Blonk wil bijvoorbeeld instrumenten ontwikkelen die werkgevers steunen in sociaal ondernemen. Of reeds ontwikkelde methoden onderzoeken. De gemeente Rotterdam zoekt naar manieren om jongeren die wegens een beperking nauwelijks een kans hebben op de arbeidsmarkt, toch aan het werk te krijgen. “Een deel van de scholing laten ze nu door bedrijven doen. Ik wil onderzoeken wat het effect en rendement is van zo’n methode.”

TERUG NAAR kenniscentrum

Inhoud van het dossier