Als het werk anders moet
Na twaalf ambachten en dertien ongelukken, kwam hij bij toeval in dit vak terecht. Dakdekker is een vak waar je als kind niet als eerste over droomt maar Jeroen zocht werk en via het uitzendbureau stond hij ruim twintig jaar geleden op de stoep bij de firma Van Dalen. Jeroen (47 jaar) bleek geknipt voor dit beroep: de vrijheid, het fysiek bezig zijn en de ‘kop in de wind’. Gelukkige jaren volgden.
Vier jaar geleden dacht hij er nog over na om het bedrijf van zijn baas over te nemen. Maar Jeroen voelt zich teveel vakman om de financiële en commerciële sores van een eigen bedrijf op zijn nek te nemen. Hij heeft er ook de papieren niet voor. Binnen het bedrijf is hij de meest ervaren en ja: ook de meest betrouwbare vakman. In deze bedrijfstak is het nu eenmaal een komen en gaan van personeel, de meesten kunnen het zware werk niet aan. Hard werken is het, maar dat vindt Jeroen heerlijk. Hij was altijd in topvorm, met het lijf van een sportman.
Maar sinds vorig jaar is het mis: zijn rug is versleten en met de beste wil van de wereld kan hij het niet langer ontkennen. De pijn houdt hem beneden. De specialist kan niets meer voor hem doen. Jeroen staat nu letterlijk onder aan de ladder.
Jeroen piekert zich suf. Wat nu? Diploma’s heeft Jeroen niet. Zijn vakkennis zit in zijn hoofd en staat niet op papier. Hij wordt niet goed bij de gedachte dat hij zijn vak niet meer kan uitoefenen. De hele dag zitten wordt ‘m ook niet.
Wat kan een arbeidsdeskundige doen?
We vragen het Loes, arbeidsdeskundige in Amersfoort
Via een bedrijfsarts kwam Jeroen bij een “rugcentrum”. Daar leerde hij oefeningen te doen die de pijn meer dragelijk maken en heeft hij tips gekregen om zijn houding aan te passen. Ik vorm mij een beeld van de beperkingen van Jeroen. Dat doe ik onder andere op basis van de informatie die ik van de bedrijfsarts krijg. Deze heeft opgeschreven dat Jeroen niet kan knielen, hurken of klimmen. En dat hij niet langdurig kan staan of zware gewichten kan tillen. Ik moet werk zoeken dat Jeroen past. Ik ga met Jeroen in gesprek: wie is hij, wat heeft hij aan opleiding en werkervaring en wat doet hij in zijn vrije tijd?
In dit beroep zijn geen goede voorzieningen die het werk voor Jeroen passend kunnen maken. Er wordt al gewerkt met een lift om materiaal naar boven te brengen en er zijn karren waarop het dakmateriaal vervoerd kan worden. Handwerk op het dak blijft belangrijk en nodig in het vak. Op basis van zijn beperkingen is duidelijk dat het huidige werk van Jeroen niet passend is. Samen met Jeroen en zijn werkgever gaan we kijken of er andere mogelijkheden zijn binnen het bedrijf. Die blijken er niet te zijn.
Naast de directeur, zijn er vier dakdekkers, een verkoper die de klanten moet binnenhalen en een binnendienst collega. Hij doet de administratie en maakt de facturen. Jeroen is geen “binnenman”, maar ook niet in staat commercieel te werken als accountmanager.
Ik kom in overleg met Jeroen en de directeur tot de conclusie dat zijn eigen werk noch ander werk bij dit bedrijf een optie is. We moeten op zoek naar passend werk bij een andere werkgever, het zogenoemde ‘’tweede spoor’’. Na een aantal gesprekken komen we uit op werk in de beveiliging. Jeroen kan gaan werken als bewaker van een bedrijventerrein of in een parkeergarage. Dan kan hij zitten staan en lopen afwisselen omdat hij af en toe een ronde over het terrein moet doen. Het is geen fysiek zwaar werk en het past bij zijn wens om een vrije jongen te zijn. Het doet ook aanspraak op bepaalde vaardigheden die hij heeft: hij heeft goede sociale vaardigheden. Het past ook bij zijn postuur; hij is een sportief figuur. Een omscholingstraject naar beveiligingsbeambte is bovendien een opleiding die past bij de mogelijkheden van Jeroen. Het is geen zware studie. Ik praat er over met de zijn huidige directeur. Die is bereid zijn studie te betalen.
Jeroen wordt helemaal enthousiast en blij van de geboden mogelijkheden. Hij blijft pijn in zijn rug houden, maar is nog niet afgeschreven. Sterker nog, hij ziet nieuwe kansen om zichzelf te ontwikkelen en te ontplooien. Hij gaat ervoor. Halverwege zijn studie vindt hij met mijn hulp een nieuwe werkgever die hem de mogelijkheid geeft een dag per week stage te komen lopen. Binnenkort begint hij met veel plezier aan zijn nieuwe baan.
De arbeidsdeskundige werkt voor u!